Klok (bel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wesoparius (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 53:
 
===Kern===
De kern is de basis van de uiteindelijke klokkenmal waarin de binnenmaat wordt vastgelegd. De kern wordt opgebouwd uit bakstenen tot dattotdat hij vlak onder de binnenmal uitkomt. De mal is vervolgens bevestigd aan een spil die rond kan draaienronddraaien zodat de klok symmetrisch wordt. Vervolgens wordt door middel van [[leem]] de kern verder opgevuld tot aan de mal. Doordat de mal ronddraait wordt het overtollige leem van de kern afgeschraapt, waardoor de kern de juiste afmetingen krijgt. Wanneer dit proces voltooid is, wordt het leem gedroogd alvorens begonnen kan worden met de volgende stap.
 
===Valse klok===
De eerste mal voor de binnenvorm wordt verwijderd en de tweede mal wordt bevestigd aan de spil. Deze mal kan uitsparingen bevatten die als nut hebbendienen om op de valse klok sierringen aan te brengen. Het overige gedeelte wordt nu opgevuld door was. Via dezelfde methode als de kern wordt het overtollige was door middel van de mal weggeschraapt. Wanneer dit proces voltooid is en het was gedroogd is, kan de klokkengieter overige versieringen en teksten op het wasmodel plakken. Het was heeft nu de exacte vorm van de toekomstige klok.
 
===Mantel===
Over de zogenoemde valse klok wordt opnieuw een leemlaag aangebracht die als een mantel om de klok heen zit. Deze leemlaag wordt door andere materialen verstevigd, bijvoorbeeld door [[vlas]], zodat de mantel afneembaar is van de kern en de valse klok, zonder dat hij beschadigd wordt of scheurt. Aan de binnenkant van de mantel staat nu precies de afdruk van de valse klok. Wanneer dit voltooid is, moet de mantel drogen. Vervolgens wordt de mantel van de kern afgenomen en wordt het was voorzichtig uitgenomen, zodat er geen beschadigingen ontstaan aan de kern en de mantel. Hierna wordt de kern en de mantel ingesmeerd met [[grafiet]] om ervoor te zorgen dat de toekomstige klok makkelijk loslaat van deze elementen. Hierna wordt de mantel weer op de kern gezet waardoor er nu een holle ruimte is gecreëerd waar het brons in kan lopen. Vervolgens worden de kern en mantel ingegraven in zand. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat tijdens het gieten door de opwaartse druk van het brons de mantel los raaktlosraakt van de kern. Verder wordt er een loopkanaal aangelegd waardoor het brons in de mal kan stromen. Tevens wordt er een ontluchtingskanaal aangebracht.
 
===Gieten===
In een vuurvaste oven wordt een hoeveelheid brons verwarmd tot het [[smeltpunt]]. Wanneer het brons vloeibaar is geworden, kan het brons in de mal lopen. Dit proces gaat door totdat de mal geheel gevuld is met brons. De gieting is voltooid.
 
===Uitpakken van de klok===
Wanneer het brons voldoende is afgekoeld wordt de klok uit de vorm gehaald. Vervolgens wordt de klok verder afgewerkt door middel van [[polijsten (bewerking)|polijsten]]. Wanneer het gaat om een luidklok gaat, is de klok nu klaar om opgehangen te worden in een toren.
 
== Klokkengieters in Nederland ==
Regel 97:
*''Vlucht'' of ''staart'', het gedeelte dat zich onder de klepelbol bevindt.
 
De klepel weegt ca. 3,5% van het totale klokgewicht. Een te zwaar geproportioneerde klepel veroorzaakt vooral bij het vallende-klepelsysteem een hoge slijtage van de klok, waardoor een verhoogd risico ontstaat op scheuren van de klok. De grootte van de klepelbol heeft invloed op de klankverhouding van grond- en boventonen. In de regel geldt dat de klepelbol 5/3 is van de slagringsterkte van de luidklok. Het zwaartepunt van de klepel moet zich bevinden in de bol en moet de klok raken op de slagrand.
 
De klepel is normaliter gemaakt van gesmeed ijzer. Een klepel die gemaakt is van te hard materiaal, beïnvloedt de klank van de klok op negatieve wijze, bovendien wordt de klok zwaarder belast.
 
== Ophanging ==
Regel 105:
 
=== Rechte Luidas, Vliegende klepel===
De klok hangt aan een rechte as die boven de klok zit. Het gehele gewicht van de klok hangt onder het draaipunt van de as. Dit is voor Nederlandse klokken de historisch juiste ophanging. Vóór de Tweede Wereldoorlog hingen (op een enkele uitzondering na) alle klokken aan rechte assen. Doordat in de Wereldoorlog alle klokken uit de torens gehaald moesten worden en na de oorlog de klokken opnieuw opgehangen moesten worden zijn de klokken toen, met als argument "lichter luiden", omgehangen tot krukas. In de Dom te Utrecht bevinden zich klokken van wel ruim 8 ton met een vliegende klepel. Ook de 24 ton wegende sint Sint-Pietersklok in de Dom van Keulen hangt aan een rechte as. De klok draait tot de hoogte van de as en de klepel vliegt tegen de slagrand aan de bovenkant wat resulteert in maximale klankrijkdom en een lage belasting voor de luidklok zelf. Deze manier van ophanging is standaard in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Frankrijk.
 
=== Gekrukte Luidas, Vallende klepel ===
Regel 111:
 
==Lassen==
Door een verkeerde ophanging (krukas) en een verkeerd geproportioneerde klepel is er een verhoogd risico aanwezig dat de klok barst. Dit houdt in dat er in de klok op een bepaalde plaats een scheur is. Wanneer de klok gebarsten is, heeft de klok zijn klank grotendeels verloren. Verder is er een groot risico dat bij doorluiden een stuk brons uit de klok valt. Daardoor worden klokken die gescheurd zijn ook meteen stil gelegd. Oorzaken van het scheuren van klokken kunnen zijn: Verkeerdeverkeerde ophanging (krukas met vallende klepel), te zware klepel, te hoog opluiden van de klok. Verder komt het voor dat de klok doorboord is en doorgestoken door ijzeren draadstangen. Door uitzetting van de draadstangen door roest komen er extra krachten op de klok te staan, wat uiteindelijk ook resulteert in scheuren.
Vanaf de 20e eeuw is het mogelijk om de klok te laten lassen. Het lassen bestaat uit de volgende processen:
* Weg slijpenWegslijpen van brons rondom de scheur.
* Verwarmen van de klok tot ca. 400 graden Celsius.
* Het oplassen van de scheur met brons.
Regel 150:
 
===Vierkantluiden===
Is een luidmethode zoals beschreven bij 'luiden' wat uitgevoerd wordt bij twee of drie luidklokken bevestigd aan rechte luidassen. Het vierkantluiden wordt veroorzaakt door de grote klok op normale hoogte te luiden en de kleine klok hoger op te luiden. Hierdoor ontstaat bij de kleine luidklok een lager luidtempo waardoor hij in het zelfde tempo kan luiden als de grote klok. Door er voor te zorgen dat de slagen van de kleine klok precies tussen de grote klok vallen, is er sprake van vierkantluiden. Dit luiden wordt nog altijd toegepast in zuidoost Friesland, echter zijn er aanwijzingen die er op kunnen duiden dat ook in de provincie Groningen en Oost-Friesland (Duitsland) de klokken vroeger zo geluid zijn.
 
=== De Spaanse wijze ===
Regel 164:
De personen die deze techniek toepassen, moeten elkaar goed in de gaten houden. Meestal begint de hoogste klok (nummer 1 of ''treble''), terwijl de luider zijn collega's waarschuwt: "Treble going - she's gone!" Even nadat 1 aan zijn touw trekt, trekt 2, en daarna 3. Tegen de tijd dat klok 1 klinkt, is luider 4 al aan de beurt om te trekken. Nu klinkt er een dalende toonladder, bijvoorbeeld BAGFEDC. Dit patroon wordt echter niet precies zo herhaald. 1 zal, als zijn klok omhoog komt, de klok iets tegenhouden, zodat de klok in de volgende reeks wat later komt. Bovendien zal 2 de klok wat eerder terugtrekken. Het resultaat is ABGFEDC, AGBFEDC enzovoort. Volgens de regels van ''change ringing'' moet iedere combinatie van tonen een keer voorkomen. Met zeven klokken zijn er ruim 5000 combinaties, zodat het hele spel meer dan een uur kan duren.
 
In Nederland is er een soortgelijke situatie van wisselluiden gebruikt bij de stadskerk van [[Geldrop]], de St. Brigidakerk. Alleen worden de klokken niet op de Engelse manier geluid, maar worden de hamers van de beiaard van de kerk verbonden aan een touw, waardoor men slechts een kort rukje hoeft te geven om de klok te laten klinken. De klokken klinken dan direct op het moment dat men aan het touw trekt, wat veel overzichtelijker is. Deze werkwijze is met een echte beiaard ook mogelijk.
 
=== Oost-Europa ===