Voorwaardelijk opzet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Lolsimon (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 84.53.117.190 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door RobotQuistnix
Totie (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
* Hij aanvaardde de '''aanmerkelijke kans''' dat het zo zou aflopen.
 
De doctrine van het voorwaardelijk opzet is ontwikkeld naar aanleiding van een aantal strafbare feiten die zeer ernstig waren, maar waarbij men niet aan het in de wet vereiste opzet toekwam. Slechts vervolging op grond van een minder zwaar [[schuld (strafrecht)|schulddelict]] kon dan worden ingezet, wat vaak tot maatschappelijke ontevredenheid leidde. Het betrof hier vaak zaken waarin men persoon A wilde doden maar per ongeluk B doodde, of een zeer ernstige verkeersongevallen ten gevolge van uiterst roekeloos rijden. In het eerste geval kon men geen opzet op de dood van B bewijzen, in het tweede kon men ook geen opzet op de dood van de verkeersslachtoffers bewijzen. De [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge Raad]] accepteerde de doctrine voor het eerst in een zaak (het arrest “Hoornse taart”) waarin iemand per ongeluk de vrouw van zijn beoogde slachtoffer vergiftigde door een taart met rattengif naar hun adres te sturen. De dader had de aanmerkelijke kans dat ook de vrouw van de taart zou eten op de koop toegenomen.
 
Voorwaardelijk opzet is niet onomstreden. Kijk maar naar het tweede voorbeeld, eigenlijk zou men in het hoofd van de dader moeten kijken. Het zal moeten worden gereconstrueerd aan de hand van opmerkingen door getuigen gehoord, maar veel daders gooien er vaak opmerkingen uit die ze niet menen. Ook komt het voor dat daders, die denken zich vrij te pleiten met opmerkingen als "Ja het kon me niet schelen dat het kon gebeuren" of "ik wilde zo graag uit handen van de politie blijven (dus reed ik met 120 km/uur door de Groningse binnenstad)", nu juist hiermee zichzelf schuldig verklaren. Een slimme ondervrager kan het gesprek ook in deze richting manipuleren. Het is een reden te meer om geen verklaringen af te leggen alvorens met een advocaat te hebben overlegd.