Waldemar werd in 1326 op elf-jarige leeftijd door zijn oom en voogd [[Gerard II van Holstein]] in de plaats van [[Christoffel II van Denemarken |Christoffel II]] op de Deense troon gehevengezet. Daarmee werd Gerard III praktisch de regent over [[Denemarken]]. Daarvoor liet hij zich met het [[Hertogdom Sleeswijk]] belenen. Omstreeks 1329 legdedeed Waldemar afstand van de Deense kroon neer, omdat hij zich tegen zijn tegenstanders Christoffel II en [[Johan van Plön]] niet meer verdedigen kon. Christoffel II's jongste zoon Waldemar (IV) Atterdag volgde zijn vader, na een [[interregnum]] van acht jaar, op als koning, na de moord op Gerard III in 1340.
Christoffel II en [[Johan van Plön]] niet meer verdedigen kon. Christoffel II's jongste zoon Waldemar (IV) Atterdag volgde zijn vader, na een [[interregnum]] van acht jaar, op als koning na de moord op Gerard III in 1340.
Waldemars (III) enige zuster [[Helvig van Sleeswijk|Helvig]] zou in 1340 trouwen met [[Waldemar IV van Denemarken]].