Kruisvaardersinvasie van Egypte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 43:
Shawars regeerperiode in Egypte was van korte duur. Shirkuh keerde in [[1166]] terug naar Egypte. Shawar probeerde zijn kruisvaarderstroef opnieuw uit te spelen, en Amalrik geloofde nu in een andere tactiek: hij wilde een confrontatie op open terrein en dacht zo een makkelijke overwinning te boeken. Amalrik kon daarbij voor bevoorrading en andere middelen steun vinden vanuit zee, terwijl Shirkuh die steun miste. Amalrik trok met zijn leger op langs de korte kustroute en kon zich snel bij zijn bondgenoot Shawar aansluiten, nog net voor Nur ad-Dins generaal Shirkuh met zijn leger arriveerde.
 
Bij [[Caïro (stad)|Caïro]] bereiddeTerwijl het gezamenlijke kruisvaarders- en Fatimidenleger zich voor.samentrok Maarbij Shirkuh[[Caïro (stad)|Caïro]], deed Shirkuh een onverwachte zet en trok met zijn leger vanaf de [[piramide]]n van [[Gizeh]] zuidwaarts. Het gecombineerde leger achtervolgde het Zengidenleger en in de [[Slag bij al-Babein]] kwam het tot een bloedig treffen, maar de slag bleef onbeslist. Vervolgens achtervolgden de gecombineerde strijdkrachten de Syriërs noordwaarts, omdat Shirkuh daar van plan was om [[Alexandrië]] te belegeren. Maar nadat hij een kruisvaardersvloot voor anker zag liggen, wist hij dat zijn kansen beperkt waren. Uiteindelijk kwam het tot onderhandelingen, en Shirkuh beloofde dat hij zich zou terugtrekken als de kruisvaarders dat ook deden. Amalrik bedong een schatting van de Egyptenaren en trok zich vervolgens terug, een hem gunstig gezinde vizier Shawar op de troon achterlatend.
 
Voordat de vierde campagne startte zou Amalrik er goed aan gedaan hebben om de grenzen met Syrië te versterken, maar hij liet zich door de [[Hospitaalridders]] verleiden om Egypte opnieuw binnen te vallen en het definitief te veroveren. Daarbij zou hij steun ontvangen van het Byzantijnse Rijk. Het idee ontstond in [[1166]] toen Amalrik om hulp verlegen zat tijdens de Slag bij al-Babein; [[Manuel I Komnenos]] was dit niet vergeten en stuurde hulp. Amalrik voerde opnieuw een aanval op Bilbeis uit in [[1168]], waarna de gehele bevolking werd afgeslacht. Daardoor verspeelde hij de steun van de [[Kopten|Koptische christenen]], die tot dan toe de kruisvaarders als bevrijders hadden gezien.
 
Shawar zocht nu zelf hulp in Damascus, vanwaar opnieuw zijn oude vijand generaal Shirkuh gestuurd werd. Deze wist Amalrik uit Egypte te verdrijven, hij veroverde [[Caïro (stad)|Caïro]], liet de onbetrouwbare vizier Shawar vermoorden en werd zelf grootvizier. Hij overleed echter nog geen twee maanden later aan de gevolgen van een [[peritonsillair abces]], waarna zijn neef [[Saladin]] hem opvolgde als regent.
 
Bij [[Damietta]] formeerde het verbond van Byzantijnen en kruisvaarders zich en begon met het belegeren van de havenstad. De kruisvaarders plunderden de stad, maar werden na drie maanden verlaten door de Byzantijnen. In [[1171]] riep Saladin zich uit tot sultan, terwijl Amalrik gedwongen werd om zich terug te trekken, aangezien hij hoge verliezen had geleden door voedseltekort en ziektes.