Begijnhof (Haarlem): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Corriebert (overleg | bijdragen)
 
Advance (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het Haarlemse [[Begijnhof]] dateert uit 1262 toen [[pastoor]] Arent van Sassenheim zijn huis, erf en boomgaard afstond aan een gemeenschap van [[Begijnbegijn]]en. Het Begijnhof was geen [[klooster]] of [[hofje]] maar een gemeenschap van vrouwen die een religieus en kuis leven leidden. Het toenmalige Begijnhofbegijnhof bestond uit ongeveer vijftig woningen, vijf [[convent]]en (gemeenschappelijke woning) voor onvermogende Begijnenbegijnen, een kerk, een bakhuis, slachthuis en poorthuis. Bij de grote brand van Haarlem in 1576 ging het Begijnhofbegijnhof in vlammen op. Van het oorspronkelijke Begijnhofbegijnhof is nog één huis bewaard gebleven. Alle andere gebouwen zijn van na 1576. In het Begijnhofbegijnhof is ook de voormalige [[goudsmid|Goudsmidskamer]] te vinden aan het Goudsmitspleintje, dit pand werd vanaf 1612 gehuurd door het Goudsmits[[gilde]]. De historische functie is nog te herkennen aan de gevelsteen: een gouden beker. De gouden beker op de gevelsteen van het pand stelt de beker van [[Sint Eloy]] voor, de beschermheilige van het gilde.
 
==Prostitutie==
Begin 16e eeuw telde Haarlem negentien [[Rooms-katholieke Kerk|katholieke]] [[klooster]]s en een groot Begijnhofbegijnhof. Tijdens de reformatie, toen de [[protestant]]en de macht grepen, werd het katholieke geloof verboden, het interieur van de kerken vernield en alle kerkelijke goederen verbeurd verklaard.
 
Er gaat een verhaal, dat veel [[non]]nen na de reformatie voor de prostitutie kozen, omdat dat de enige manier was om in leven te blijven, en dat ze die prostitutie bedreven vanuit het Begijnhof. Waarschijnlijker is echter, dat de begijnen elders hun heil zochten, waarna anderen van het Begijnhofbegijnhof een prostitutiegebied maakten.