Touwslager: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+overzicht -spamlink
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
Aan een van de uiteindes van de lijnbaan werden de garens in groepjes aan de haken van een een wiel of slagmechanisme (slinger) bevestigd , aan iedere haak 1 groepje garens.
 
Aan de andere zijde van de lijnbaan werden de garens allemaal aan de ene haak van de lopende bok vast gemaakt . Deze lopende bok was een karretje met 2 wielen en een over de grond slepend uiteinde waarop gewichten konden worden gezet , om zodoende de kracht waarmee de garens in elkaar werden gedraaid te kunnen regelen . Zo kondenkon onderanderede kracht waarmee de garens tot strengen worden gedraaid worden bepaald en daarmee de uiteindelijke trekkracht en de stijfheid van het touw geregeld worden .
Ook bevond zich aan dit uiteinde van de lijnbaan de klos : een houtentaps klostoelopend dieen voor iedere groepje garens ingekerfd stuk hout dat hier de garens uit elkaar moest houden .
 
De term touwslaan wordt verklaard doordat er tijdens het proces gebruik werd gemaakt van haken en als een haak in de rondte draait zegt men dat de haak in de rondte slaat . De ronddraaiende haken brengen dus slagen in de groepjes garens aan .
 
Het wiel / de slinger werd vervolgens, meestal door kinderen, rondgedraaid zodat door het ronddraaien van de haken ([[moment (mechanica)|torsie]]) uit ieder groepje garens een streng (ineen gedraaide garens) ontstond . Vervolgens werden deze strengen met behulp van een houten klos onder voortdurend blijven draaien aan het wiel ook weer in elkaar gedraaid tot een touw , het zogenaamde wantslag touwwerk. Om verschillende touwdiktes te produceren werd het aantal garens per haak vermeerderd . Met enkele van zulke wantslag-touwen kon vervolgens het proces worden herhaald, zodat het mogelijk was om dikke flexibele scheeptrossen te maken , het zogenaamde kabelslag touwwerk.
Deze klos zorgde in dit stadium ervoor dat de strengen tijdens het draaien maar op 1 plek om elkaar heen worden gedraaid (alleen achter de klos aan de kant van de losse bok) en dat de strengen heel regelmatig in elkaar worden gedraaid . Tevens kon door met de klos mee te lopen en deze tegen te houden of juist mee te duwen richting slagmechanisme de lengte van de slag van het touwwerk bepaald worden : de lengte waarover de strengen van een touw 1 volle slag om elkaar heen worden gedraaid . Hoe korter deze slag hoe stijver het touwwerk .
 
Om verschillende touwdiktes te produceren werd het aantal garens per haak vermeerderd . Met enkele van zulke wantslag-touwen kon vervolgens het proces worden herhaald, zodat het mogelijk was om dikke flexibele scheeptrossen te maken , het zogenaamde kabelslag touwwerk.
 
Touw werd volop gebruikt voor de [[Tuigage (schip)|tuigage]] van [[zeilschip|zeilschepen]]. Touwslagerijen kwam men dan ook vooral tegen in havensteden. Veel van deze steden hebben nog steeds straten waarvan de naam aan deze voormalige functie herinnert, bijvoorbeeld de [[Lijnbaan (Rotterdam)|Lijnbaan]] in [[Rotterdam]], de [[Lijnbaansgracht]] in [[Amsterdam]] en de [[Reeperbahn]] in [[Hamburg]].