Kwelder: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Capaccio (overleg | bijdragen)
Hans B. (overleg | bijdragen)
bijstelling, + 1
Regel 5:
 
==Ecologisch belang==
Kwelders zijn een van de belangrijkste voedsel-, rust- en [[broeden|broedterrein]]en van vele soorten [[wadvogels|wad]]- en [[zeevogels]]. Ook veel vis [[paaien|paait]] aan de randen van de kwelders. De zoutwatermoerassen zijn een kraamkamer voor veel vis. Op de hoger gelegen delen die nog zelden onder water komen leven in het [[supralittoraal]] twee voor dit biotoop heel karakteristieke slakkensoorten: het [[Gewoongewoon muizenoortje]] en [[Graygray's kustslak]]. Zij prefereren vochtige kleibodems met algengroei en een vegetatie van bv [[lamsoor]], vooral op [[oeverwal]]len langs slenken. Beide soorten leven weliswaar op het land maar hebben zeewater voor hun voortplanting nodig omdat daar de eieren in gelegd worden. Hiervoor is echter een plasje van enkele centimeters diep al voldoende. In lagere delen die bij vloed wel onderlopen zijn in de kleiige delen van de slenken de [[Brakwaterkokkel]] en de [[Platteplatte slijkgaper]] te vinden terwijl in nog lagere delen met onrustiger water daar het [[Nonnetjenonnetje (weekdier)|Nonnetjenonnetje]], de [[Kokkelkokkel]] en de [[Teretere dunschaal]] bij komen.
 
Kenmerkende planten van de kwelders zijn [[zeekraal]];, [[lamsoor]];, [[Engels slijkgras]];, [[kweldergras]];, [[zilte rus]];, [[roodzwenkgras]];, [[zulte (plant)|zulte]] (zeeaster);, [[schorrekruid]];, [[strandkweek]];, [[heen]] (zeebies);, [[zeegroene ganzenvoet]];, [[zeeweegbree]] en [[schorrenzoutgras]].
 
==Waterkundig belang==