Stamhertogdom: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Cat fix
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''stamhertogdom''' is een titel van [[hertog]], verkozen of zelfbenoemd, als hoofd van een bepaalde [[volksstam]]. Men onderscheidde met name in Duitsland een vijftal stamhertogdommen, volgens de grote stammen. Met [[hertogdom]] kan niet alleen de titel maar ook het gebied bedoeld worden.
 
In de vroege [[middeleeuwen]] ontstonden in het [[Germanen|Germaanse]] gebied gedeeltelijk erfelijke stamhertogdommen. Waarschijnlijk gaan diede stamhertogdommen terug op pogingen van plaatselijke adellijke machthebbers om zich in hun stamgebied te promoveren tot een soort koning, onderkoning of hertog. Daarmee konden de stamverbanden beter behouden blijven en getoond worden in eenvooral de tijd van de [[volksverhuizingen]]. Men onderscheidde met name in Duitsland een vijftal stamhertogdommen, oorspronkelijk uitgaande van de grotere [[Germanen|Germaanse]] stammen die zich in de [[vroege middeleeuwen]] blijvend gevestigd hadden in het gebied wat ongeveer met het huidige Duitsland overeenkomt.
[[Karel de Grote]] probeerde al deze titels op te heffen of in zijn persoon te verenigen. Maar hun macht bleek uiteindelijk zo groot dat de latere [[koning van Duitsland|Duitse koningen (keizers)]] deze (weer) moesten erkennen. Dit gebeurde door de bevestiging van de titel en de erkenning van hun waardigheid als hertog. Daardoor was de status redelijk gewaarborgd: van onderuit door de aangesloten edelen, van bovenaf door de koning. Nochtans bleek de territoriale autoriteit nooit volledig, vooral tegenover de macht van sommige [[graaf (titel)|graven]]. Tot in de 11de eeuw waren de stamhertogdommen min of meer afhankelijk van de centrale koninklijke autoriteit en dienden ze voor eventuele concurrerende koningskandidaten als machtsbasis.
 
Stamhertogdommen in het [[Oost-Francië|Oost-Frankenrijk]] of Duitsland: