Yamaha XJ900: verschil tussen versies

Het [[Verbrandingsmotor|motorblok]] bestond uit een opgeboorde viercilinder luchtgekoelde SECA-motor met [[motorvermogen|vermogen]] van 853 [[Kubieke centimeter|cc]] [[cilinderinhoud]]. De normale bouw van 2 kleppen per cilinder werd wegens een makkelijk onderhoud behouden. Verder konden de kleppen direct door de dubbele [[Nokkenas|nokkenassen]] bediend worden zonder dat er klepstoters nodig waren. In verband met de betrouwbaarheid bij langdurig hoge toerentallen werd gekozen om dubbele nokkenassen met 4 bevestigingspunten af te steunen. Een electronische ontstekingsunit (TCI) levert de precisie in het ontstekingsmoment. De TCI zorgt samen met het brandstofluchtmengsel uit vier constant-vacuüm Mikuni [[Carburateur|carburateurs]] van 36mm voor een snel aanslaan en een gelijkmatig acceleratie koppel tijdens elk willekeurig [[toerental]]. Dit proces wordt in het lage en midden toerengebied ondersteund door het YICS (Yamaha - Induction - Control - System) waardoor dit bij deze toeren voor meer [[motorvermogen|vermogen]] en een verminderd brandstofverbruik van 10% kan zorgen. Het YICS systeem bestaat uit een in de cilinderkop geïntegreerd secundair stuurkanaal, dat de hoofdinductieleidingen verbindt. Hierdoor een secundaire mengselstroom onder een hoek in de hoofdleiding worden gevoerd. Door deze secundaire mengselstroom met het hoofdmengsel vermengt ontstaat een volledige werveling in de [[verbrandingkamer|verbrandingskamer]] waardoor een betere verdeling over de verbrandingskamer. Dit leidt uiteindelijk tot meer vermogen en minder brandstof gebruik. De dubbel bovenliggende nokkenas drijft via een ketting de [[krukas]] aan. Een automatische kettingspanner zorgt dat de ketting zeer onderhoudsarm is. Door te kiezen voor een indirecte aandrijving van de [[dynamo]] met een tandwiel achter de krukas, in plaats van direct op de uitgaande as, werd een compacte bouw van het motorblok mogelijk.