SCSI: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
De interface bevat een parallele [[Databus (elektronica)|databus]] die 8 of in latere uitvoeringen 16 bits breed is. De 8-bitsuitvoeringen gebruiken 50-aderige kabels, voor 16 bits zijn dit 68 aders. Er zijn 3 respectievelijk 4 adreslijnen zodat 8 of 16 adressen voor de nummering van de aangesloten apparaten gebruikt kunnen worden. Eén adres is echter altijd in gebruik door de controller. De databus moet aan beide uiteinden afgesloten worden met een set afsluitweerstanden (terminator). Voor de "[[Differentieel (elektronica)|LVD]]" (Low Voltage Differential) uitvoeringen is deze afsluiting actief uitgevoerd, hiermee kan de bruikbare buslengte aanmerkelijk vergroot worden.
|