Affectieschade: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
CarsracBot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Burgerlijk Wetboek - Link(s) veranderd naar Burgerlijk Wetboek (Nederland)
RudolphousBot (overleg | bijdragen)
Regel 1:
Met '''affectieschade''' wordt de immateriële [[schade]] bedoeld, die bestaat uit het verdriet door het overlijden of ernstig gewond raken van een naaste als gevolg van een gebeurtenis, waarvoor een ander aansprakelijk is.
 
===Huidig recht===
Deze schade komt in het huidige Nederlandse recht niet voor [[Schadevergoeding|vergoeding]] in aanmerking. Bij de totstandkoming van het huidige [[Burgerlijk Wetboek (Nederland)|Burgerlijk Wetboek]] is er bewust voor gekozen geen vergoeding mogelijk te maken. Het belangrijkste argument is dat affectieschade leidt tot commercialisering van het verdriet, waarbij bijvoorbeeld een weduwe, zolang de claim niet is gehonoreerd, haar verdriet "op peil" moet houden en onder meer geen nieuwe relatie zal moeten aangaan. Bovendien vreesde men dat vergoedbaarheid van dit soort schade tot onsmakelijke procespraktijken kan leiden, omdat de aangesproken partij er belang bij heeft de kwaliteit van de affectieve relatie in twijfel te trekken. In de afgelopen jaren is van verschillende kanten aangedrongen op een wettelijke regeling die affectieschade mogelijk maakt. De onmogelijkheid van vergoedbaarheid van affectieschade werd steeds minder begrepen, nu minder ernstige vormen van leed, zoals een bedorven vakantie of de ondergang van een bedrijf, naar bestaand recht wel tot vergoeding van smartengeld kunnen leiden. Door de motie-Vos/Santi/Dittrich werd bij de regering aangedrongen op een [[wetsvoorstel]], dat op 6 februari 2003 bij de [[Tweede Kamer]] is ingediend.
 
===Wetsvoorstel===
Sinds 2005 is het wetsvoorstel (nr. 28 781) bij de [[Eerste Kamer]] in behandeling. Het houdt in dat een beperkt aantal naasten recht krijgt op een vastgesteld bedrag aan smartengeld, waarbij een bedrag van € 10.000 wordt genoemd. Het gaat daarbij onder meer om ten tijde van het ongeval niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot of de geregistreerde partner, de levensgezel die met de betrokkene een gemeenschappelijke huishouding voerde en de ouder of adoptiefouder mits deze met de betrokkene in gezinsverband samenwoonde. De Eerste Kamer heeft de behandeling van het wetsvoorstel in 2006 opgeschort in afwachting van de resultaten van een onderzoek, dat door de [[Vrije Universiteit Amsterdam|Vrije Universiteit]] van Amsterdam wordt uitgevoerd onder leiding van prof. mr. A.J. Akkermans naar de verwachtingen die benadeelden en hun naasten van het aansprakelijkheidsrecht hebben. De resultaten van het eerste verkennend onderzoek hebben het kabinet aanleiding gegeven een vervolgonderzoek laten instellen. Uit de brief van de Minister van Justitie van 6 juli 2007 (op de website www.overheid.nl te raadplegen onder nummer 28 781, nr. 13), waarmee het eerste rapport aan de Tweede Kamer is gezonden, blijkt dat nog niet helemaal duidelijk is of er behoefte bestaat aan toekenning van affectieschade. De behandeling van het wetsvoorstel blijft in afwachting van het vervolgonderzoek opgeschort.
 
===Literatuur===
*Jasper Doomen, ''Smart en geld''. Executief (Maandblad voor burgerlijke rechtsvordering) 4: 50-55 (2008)
*Ton Hartlief, ''Affectieschade: vergoeden of erkennen?'' Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2 (20): 72-82 (2003).
*Siewert Lindenbergh, ''Wetsvoorstel affectieschade kan veel simpeler''. Nederlands Juristenblad 16 (80): 841-843 (2005).
 
[[Categorie:burgerlijkBurgerlijk recht]]
[[Categorie:Nederlandse wetgeving]]