[[Afbeelding:Goldene-bulle_1c-480x475.jpg|thumb|150px|right|Het gouden bulzegel van [[Karel IV van het Heilige Roomse Rijk|Karel IV]] onder de gelijknamige oorkonde uit 1356]]
De '''Gouden Bul''' werdwas een document dat in [[1356]] opgestelddoor Rooms-Duits keizer [[Karel IV van het Heilige Roomse Rijk|Karel IV]] werd uitgevaardigd om het kiezen van de Duitse [[koning (titel)|koning]] of [[keizer]] van het [[Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie]] te regelen. De regeling heeft tot het jaar [[1806]] bestaan.
DeHet [[bul (document)|bul]] wordt “Gouden Bul” genoemd, omdat het [[zegel (oorkonde)|zegel]] van dedeze [[oorkonde]] van goud vervaardigd was. De eerste 23 hoofdstukken werden op [[10 januari]] [[1356]] afgekondigd in [[Neurenberg]] op de [[Neurenberger Rijksdag]]. Hoofdstuk 24 tot en met 31 werden op [[25 december]] [[1356]] afgekondigd in [[Metz]]. Het is één van de belangrijkste wetgevende documenten van het [[Heilige Roomse Rijk]] inen de [[Middeleeuwen]]bepalingen ervan zouden tot het einde van dit rijk in 1806 van kracht blijven.
==Inhoud==
HetDe documentGouden Bul gaf aan de zeven [[keurvorst|keurvorsten]] het recht de koning te kiezen. Al sinds de [[Keurvereniging van Rhense]] in [[1338]] hadden de keurvorsten dit recht, maar in 1356 werd het recht officieel bekrachtigd en ook door de [[paus]] goedgekeurd. Zo kwam er een eind aan de machtsstrijd tussen het huis van de [[Hohenstaufen|Staufen]] en het huis van de [[Welfen]]. De zeven keurvorsten werden de [[paltsgraaf]] aan de [[Rijnpalts|Rijn]], de [[hertog]] van [[Keurvorstendom Saksen|Saksen]], de koning van [[Bohemen]], de [[markgraaf]] van [[Mark Brandenburg|Brandenburg]] en de [[aartsbisschop|aartsbisschoppen]] van [[Trier]], [[Keulen]] en [[Mainz]].
In de regel werd de pas gekozen koning door de paus tot keizer gekroond. Keizer [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I]] noemde zichzelf “gekozen Roomse Keizer”. De laatste kroning was die van [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] in Bologna in 1530.▼
Ook werd bepaald dat de grondgebieden van de keurvorsten ongedeeld moesten blijven. Zo werd bewerkstelligd dat steeds de eerste echtelijke zoon de volgende keurvorst zou worden.
Regel 12 ⟶ 11:
In de Bul kregen de keurvorsten ook het recht [[tolheffing|tol]] te heffen, [[recht]] te spreken, [[munt (betaalmiddel)|munten]] te slaan en [[Joden]] te beschermen (tegen betaling) tegen vijanden, het zogenaamde [[Jodenrecht]]. Ook werd de titel voor de wereldlijke keurvorsten erfelijk.
▲InDegene dedie regeltot werdRooms-Duits de paskoning gekozen koningwas, moest zich vervolgens door de [[paus]] tot Rooms [[keizer]] laten gekroondkronen. Keizer [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I]] noemde zichzelf “gekozenna zijn koningskroning echter al "gekozen Roomse Keizer”Keizer". De laatste kroningkeizerskroning door de paus was die van [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] in Bologna in 1530.