Lateraliteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Albert Kok (overleg | bijdragen)
aanvulling tekst
Albert Kok (overleg | bijdragen)
k kleine aanvulling
Regel 17:
De Engelse neuroloog [[John Hughlins Jackson]] introduceerde rond 1860 het begrip cerebrale dominantie. Dit hield in dat een hersenhelft qua functie domineert over de andere hersenhelft. Omdat bleek dat taal vaak verbonden is met de linker hersenhelft, en taal beschouwd werd als de functie die ook het denken bepaalt, raakte het idee in zwang dat de linker hersenhelft de dominante hersenhelft is voor alle cognitieve functies. Later bleek dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn.
*[[Taal]]
Bij de meeste personen blijktblijken spraaktaalfuncties met de linkerhersenhelft verbonden te zijn. VoorDaarbij rechts-is het belangrijk een onderscheid te maken tussen [[taalbegrip]] en linkshandigen[[taalproductie]], of spraak. Voor spraak verschillen de percentages iets voor rechts- en linkshandigen: respectievelijk 96% en 70%. Bij 15% van de linkshandigen is echter spraak met de rechterhersenhelft verbonden. Dit is vastgesteld met de [[sodium-amytal-test]]. Ook in de bovengenoemdezogeheten [[split- brain]] studies zijn soortgelijke resultaten gevonden. Dit hangt samen met het feit dat (bij de meeste rechtshandigen) de taalgebieden (zoals het [[gebied van Wernicke]] en [[gebied van Broca]]) gelegen zijn in de linkerhemisfeerlinkerhersenhelft. Voor taalbegrip lijken de resultaten echter minder eenduidig dan voor taalproductie. Hoewel de rechterhersenhelft minder goed grammaticaal complexe zinnen begrijpt, kan hij wel eenvoudige zinnen en woorden begrijpen, en is hij zelfs superieur in het interpreteren van [[prosodie]] (de intonatie van gesproken woorden en zinnen)
*[[Zintuiglijke gezichtsherkenning|Gezichtsherkenning]]
Bij de meeste personen is de rechterhersenhelft beter in het herkennen of benoemen van gezichten of gelaatsexpressies.