Oeverwal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k dp naar eigen lemma verwijderd
k tekstaanpassing
Regel 2:
 
=== Ontstaan ===
[[Oeverwal]]lenOeverwallen worden door het stromende water zelf, van nature opgeworpen. Tijdens hoge afvoeren treedt een rivier buiten de [[oever]]s. Het overstromend gebied direct naast de rivier loopt relatief snel vol en wordt daarna traag meestromend water. Het water in de diepere geul zelf stroomt harder en vervoert [[sediment]] (klei, silt, fijn zand - grover materiaal wordt alleen in de diepe delen van de geul over de bodem vervoerd). Oeverwallen vormen zich tussen geul en overstroomd gebied, omdat daar de stroomsnelheid plotseling afneemt en fijn zand, silt en klei er bezinken. Vergeleken met overstromingsafzettingen verderweg van de rivier, zijn oeverwalafzettingen grover van korrelgrootte. Daardoor is de bovengrond op oeverwallen lichter bewerkbaar dan de zware kleigronden verder van de rivier af.
 
Over een langere periode (honderden jaren bij gemiddeld een overstroming per jaar, langs geulen met dagelijks getij veel sneller) bouwt zich de oeverwal steeds hoger op, en wordt steeds breder. Dit betekent dat het gebied verder van de rivier af steeds minder vaak overstroomt (bij hogere dus zeldzamere afvoeren).
Regel 10:
 
=== Landgebruik, bewoning ===
Typische hoogtes t.o.v. de omgeving zijn langs de [[Rijn]] in nederlandNederland zo'n 1.0 tot 1.5 m t.o.v. van de omgeving. Het lokaal hoogste deel van de oeverwal ligt veelal vlak langs (voormalige) buitenbochten van rivieren. De breedte van de oeverwal hangt af van de grootte van de rivier - voor hoofdlopen van de [[Rijn]] enige honderden meters. Op natuurlijke oeverwallen groeit vaak [[ooibos]]. Afgezien van tijdens extreme hoogwaters en overstromingen, is het gebied relatief droog (de grondwaterspiegel ligt 1 a 2 m diep) - zeker in vergelijking met de [[bedding]] en de overstromingsgebieden ([[kommen (landschapselement)|kommen]]) aan weerszijden.
 
In het rivierengebied van Nederland zijn de oeverwallen van huidige en voormalige rivieren ([[stroomrug]]gen) vaak centra van bewoning, en van [[akkerbouw]] en [[fruitteelt]] ([[Boomgaard]]en). De [[bedding|rivierbeddingen]] werden voor transport en watervoorziening gebruikt, de [[kommen (landschapselement)|kommen]] voor [[Weiland|weidebouw]] en [[riet]]teelt. Oeverwallen en [[stroomrug]]gen herbergen vaak grotere [[Archeologie|archeologische]] vindplaatsen.