Leendert Japhet Pons: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mph (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Mph (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Hij groeide op als zoon van de laatste [[dijkgraaf]] van de zelfstandige [[Zwijndrechtse Waard]], Thijs Leendert Pons (tot 1955), en begon in september 1939 aan de studie [[Landbouw]] in [[Wageningen (Nederland)|Wageningen]] bij professor Edelman. De oorlog dwong hem onder te duiken in ondermeer de [[Biesbosch]]. Vanaf 1943 kon hij weer terecht op zijn ouderlijke boerderij door het verkrijgen van een goed persoonsbewijs. In de tussentijd was Edelman gewoon doorgegaan met de bodemkartering! In 1942 en 1943 was [[Cornelis Edelman|Edelman]] actief geweest in de Bommelerwaard en in 1944 begon hij vanuit [[Rotterdam]] studenten te benaderen om te helpen bij de bodemkartering in ruil voor levensmiddelen. Ook Pons werd benaderd en hij hielp mee bij het karteren van de [[Zuidpolder van Delfgauw|Zuidpolder]]. In zijn essay 'Mijn herinneringen aan de bodemkunde' schrijft hij daarover <ref>http://www.bodems.nl/nbv/lustrum/essays/NBV-Essay%20Pons.pdf</ref>: " Het is voor mij nog steeds een onbegrijpelijk wonder dat dit allemaal in dat benauwde westelijke Nederland kon gebeuren tussen de Duitsers, grote stukken onder water gezet land, razzia’s en al die wanhopige mensen uit de stad die met wrakke fietsen, karretjes en sleedjes langs de wegen trokken op zoek naar voedsel."
 
Direct na de oorlog werd in augustus 1945 door Edelman de Stichting voor Bodemkartering opgericht, waar ook Pons na zijn afstuderen in 1947 kwam te werken. In 1950 werd hij voorzitter van de commissie die het opstellen van de Nebo-kaart moest leiden. In 1957 promoveerde hij bij Edelman <ref>Pons, L.J., 1957. De geologie, bodemvorming en de waterstaatkundige ontwikkeling van het Land van Maas en Waal en een gedeelte van het Rijk van Nijmegen. Wageningen Universiteit, 156 pp.</ref>. In 1962 vertrok hij voor 2 jaar naar Suriname voor onderzoek en werd na zijn terugkeer in 1964 hoogleraar '[[fysischeFysische geografie]] en capita selecta der bodemkunde' aan de [[Universiteit van Amsterdam]]. In 1965 ging hij daar reeds weg om zijn leermeester Edelman op te volgen aan de [[Universiteit van Wageningen]] en bleef daar hoogleraar tot zijn pensioen in 1986. Zijn belangrijkste werkterrein omvatte de geschiktheid van gronden voor o.a. de teelt van gewassen en de relatie van de bodem met de geologische gesteldheid.
 
Hij was jarenlang lid van de [[Natuurwetenschappelijke Commissie van de Natuurbeschermingsraad]] en maakte deel uit van de Werkgroep voor Ecologie en Ontwikkelingssamenwerking. Na zijn pensioen verdiepte hij zich met name in de [[historische geografie]] van zijn geboortestreek. Zijn laatste officiële publicatie daarover stamt uit 2007 en handelt over resten van oorspronkelijke verkavelingen in de Zwijndrechtse Waard, het land van zijn jeugd<ref>Pons, L.J., 2007. Een hoeven- en boerderijenverkaveling uit 1332: de landinrichting van de herdijkte Zwijndrechtse Waard \ Landschap in ruimte en tijd : liber amicorum aangeboden aan prof.dr. Guus J. Borger bij gelegenheid van zijn 65e verjaardag en zijn afscheid als hoogleraar in de historische geografie aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit</ref>.