Datalinklaag: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DieDubbelJoe (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
DieDubbelJoe (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
Adressering gebeurt op basis van het door de fabrikant ingegeven [[MAC-adres]] door een [[Switch (hardware)|switch]].
 
De data die wordt doorgegeven via de fysieke laag kan veel fouten bevatten. Storingen van buitenaf zorgen er vaak voor dat bits muteren of zelfs verdwijnen. Alle data wordt opgedeeld in pakketjes. Deze pakketjes worden [[frame (datalink)|frame]]s genoemd. Per frame wordt met een aantal foutcontroles, zoals een [[Cyclic Redundancy Check]], bepaalt of het frame correct is ontvangen. De frames zijn naast de data voorzien van een sequentienummer. Hierdoor is het mogelijk om meerdere pakketten op de lijn te "zetten". Bij ontbrekende frames kan de volgorde altijd achteraf gereconstrueerd worden. Bij het maken van een frame wordt er een checksum van de data gegenereerd. Door de checksum kan de machine die het frame ontvangt de data op integriteit verifiëren. In geval van een foutief frame wordt deze genegeerd, bovenliggende lagen zorgen voor eventuele retransmissie ([[transportlaag]]). Door deze procedures wordt het uitgesloten dat de ontvangende host (Respectievelijk), verkeerde gegevens gaat gebruiken. Bij een grote hoeveelheid foute of missende pakketten gaan de prestaties van de verbinding echter aanzienlijk achteruit.
 
[[Categorie:Netwerken]]