Zohar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ptbotgourou (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: sr:Зохар
Maurits (overleg | bijdragen)
k ziel --> ziel, Replaced: zielziel, typos fixed: Leon → Léon (9), Avila → Ávila met AWB
Regel 1:
De '''Zohar''' ([[Hebreeuws]]: זהרזהר "Schitterendheid, uitstraling") wordt veelal beschouwd als het belangrijkste werk van de [[jodendom|joodse]] [[mystiek]], de zogeheten [[Kabbala|Kabbalistiek]]. Het is een mystiek commentaar op de [[Thora]] (de vijf boeken van Mozes), geschreven in klassiek [[Aramees]] en klassiek [[Hebreeuws]]. Het bevat een kabbalistische discussie over de natuur van [[God]], de oorsprong en de structuur van het universum, de natuur van de [[ziel (filosofie)|ziel]], [[zonde]], vergeving, goed en kwaad en gerelateerde onderwerpen.
 
== Oorsprong ==
De Zohar is niet een enkel boek, maar een verzameling boeken. Deze boeken bevatten interpretaties van de [[Tenach]], en materiaal van theosofische theologie, mystieke kosmogonie en psychologie en wat sommigen antropologie zouden noemen. Volgens [[Gershom Scholem]] was het meeste van de Zohar geschreven in een verheven stijl van [[Aramees]] die in [[Palestina]] werd gesproken tijdens de tweede eeuw (westerse jaartelling). De Zohar verscheen voor het eerst in [[Spanje]] in de dertiende eeuw, en werd uitgegeven door een joodse schrijver genaamd [[Moses ben Shem-Tov de Leon]]. Hij schreef dit werk toe aan een [[rabbijn]] uit de tweede eeuw, [[Shimon bar Yochai]]. Volgens joodse geschiedschrijving verschool de rabbi zich 13 jaren lang, gedurende Romeinse vervolging, en bestudeerde hij de [[Thora]] met zijn zoon [[Eliezer]]. Er wordt van hem gezegd, dat hij gedurende deze tijd inspiratie van God ontving om de Zohar te schrijven.
 
Het feit dat de Zohar door een enkele persoon, Moses de Leon, is gevonden en dat het werk verwijst naar historische gebeurtenissen uit de post-talmoedische periode, zorgde ervoor dat de authenticiteit van het werk vanaf het begin werd betwijfeld. Er wordt een verhaal verteld over hoe na de dood van Moses de Leon, een rijke man uit AvilaÁvila genaamd Joseph, de weduwe een grote som geld aanbood voor het origineel waarvan haar man een kopie had gemaakt, en dat zij daarop zou hebben bekend dat haar man zelf het werk had geschreven. Zij zou hem diverse malen hebben gevraagd waarom hij het werk aan iemand anders toeschreef, waarop hij altijd zou hebben geantwoord dat leerstellingen die uit de mond komen van de wonderwerker Shimon bar Yochai een winstgevende bron zouden zijn. Hoe ongeloofwaardig dit verhaal ook mag klinken, het toont in ieder geval aan dat sommigen korte tijd na het verschijnen van het werk geloofden dat het volledig door Moses de Leon was geschreven.
 
== Acceptatie van authenticiteit ==
Regel 14:
De eerste aanval op het geaccepteerde auteurschap van de Zohar werd ingezet door Elijah Delmedigo. Zonder enige mening te geven over wie de werkelijke auteur van het werk was, probeerde hij in zijn "Bechinat ha-Dat" aan te tonen, dat het niet aan Simeon ben Yohai toegeschreven kon worden. De tegenwerpingen waren dat (1) als de Zohar het werk van Shimon bar Yochai was, het genoemd zou zijn in de talmoed, zoals het geval is met andere werken uit de talmoedische periode; (2) de Zohar bevat namen van rabbijnen die later leefden dan de tijd van Simeon; (3) indien Shimon ben Yochai de vader van de kabbala was geweest, en hij door goddelijke openbaring geheime betekenis zaken zou hebben geweten, zouden zijn [[halacha|besluiten ten aanzien van de joodse wet]] aangenomen zijn geweest door de talmoed, maar dit is niet het geval; (4) indien de kabbala geopenbaarde kennis zou bevatten, dan zouden er geen uiteenlopende meningen zijn onder kabbalisten wat betreft de mystieke interpretatie van diverse zaken ("Bechinas ha-Das," ed. Wenen, 1833, p. 43).
 
Deze en soortgelijke argumenten werden gebruikt door Leon of Modena in zijn "Ari Nohem". Een werk over de kritiek op de Zohar werd geschreven, "MiṭpaḥatMiṭpaḥat Sefarim," door [[Jacob Emden]], die, terwijl hij streed tegen de overgebleven aanhangers van [[Sabbatai Zevi]], poogde aan te tonen dat het boek waarop Zevi zijn doctrines baseerde een vervalsing was. Emden toont aan dat de Zohar passages uit de schrift verkeerd citeert, dat het de talmoed verkeerd begrijpt, dat het rituele gebruiken bevat die door latere rabbijnse autoriteiten werden ingesteld, dat het de [[kruistocht]]en tegen de [[moslim]]s noemt, die nog niet bestonden in de tweede eeuw westerse jaartelling), dat het de uitdrukking "esnoga" gebruikt, die een Portugese afleiding is van het woord ''synagoge'' en dat het een mystieke verklaring geeft van de Hebreeuwse vocaaltekens, die pas lang na de talmoedische periode werden ingevoerd.
 
In het midden van de 20e eeuw leverde de joodse geschiedkundige [[Gershom Scholem]] in de ogen van sommigen overtuigend bewijs dat de Leon zelf hoogstwaarschijnlijk de auteur van de Zohar was. Zo merkte Scholem de veelvuldige fouten in de Aramese grammatica op en verdachte sporen van Spaanse woorden en zinspatronen in de tekst van de Zohar. Deze vermeende conclusies worden echter nog aangevochten door [[orthodox jodendom|orthodoxe joden]].
 
Hoewel de Leon kennelijk de tekst schreef, kan het nog altijd zijn dat de inhoud van de boeken geen vervalsing is. Een deel ervan kan gebaseerd zijn op oudere werken, en het kwam vaak voor dat het auteurschap van documenten aan rabbijnen die eeuwen tevoren leefden werd toegeschreven om dergelijke documenten mee gewicht te laten krijgen. Het is mogelijk dat Moshe de Leon de indruk had dat hij inspiratie ontving om deze tekst te schrijven.
Regel 24:
== Appendices en toevoegingen ==
De Zohar wordt niet als compleet beschouwd zonder bepaalde appendices, die vaak aan dezelfde auteur worden toegeschreven, of aan enkele van zijn directe discipelen. Deze toegevoegde delen worden bijna altijd gedrukt als onderdeel van de tekst met afzonderlijke titels, of in afzonderlijke kolommen. Het zijn de volgende:
* "Sifra di-ẒeniẒeni'uta," bestaande uit vijf hoofdstukken waarin voornamelijk kwesties aangaande de schepping worden behandeld, zoals de overgang van het oneindige naar het eindige, die van absolute eenheid naar diversiteit, die van pure intelligentie naar materie, enzovoorts.
* "Idra Rabbah," waarin de leerstellingen van het vorige deel worden uitgewerkt en uitgebreid; en "Idra Zuta," waarin een samenvatting van de voorgaande secties wordt gegeven.
 
Regel 34:
* "Midrash ha-Ne'elam," dat passages van de tenach mystiek beschrijft aan de hand van aanwijzingen en [[gematria]] (mystieke numerologie of getallensymboliek).
* "Saba," dat een gesprek bevat tussen de profeet Elia en Simeon ben Yohai over het dogma van [[metempsychose]] (zielsverhuizing).
* "YanuḳaYanuḳa," over het belang van het handenwassen voor maaltijden en over dergelijke onderwerpen, geschreven in naam van een kind, Hamnuna Saba, vanwaar de titel "YanuḳaYanuḳa" (kind).
* "Tosefta" and "Matnitin," waarin de dogmatiek van de Sefirot, de emanatie van het allereerste licht, enzovoorts, wordt geschetst.
 
{{Navigatie Jodendom}}
 
[[categorieCategorie:kabbala]]
 
[[cs:Zohar]]