Exercitiegenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Benne (overleg | bijdragen)
k typfoutje
Benne (overleg | bijdragen)
k typfoutje
Regel 7:
 
==Organisatie en structuur==
De eerste exercitiegenootschappen werden begin [[1783]] opgericht in Deventer, Dordrecht en Utrecht. [[Quint Ondaatje]] was de aanvoerder van het exercitiegenootschap in Utrecht, die al snel van zich deed spreken. Hij wist de exercitiegenootschappen eerst provinciaal en later landelijk te organiseren. [[Gerrit Paape]] beschreef de geschiedenis van de exercitiegenooschappenexercitiegenootschappen in Dordrecht en Delft. De oefeningen van het exercitiegenootschap en het dragen van een zwarte cocarde op de hoed wekte veel weerstand op. In [[1784]] tekende een aantal nationaal georganiseerde vrijcorpsen de ''Acte van Verbintenis'', waarin deze elkaar beloofden te hulp te komen als de [[Patriotten|Patriotse]] zaak in het geding was. Deze Acte stimuleerde vooral de exercitiegenootschappen en vrijcorpsen in de kleine steden tot zelfverzekerde optreden.
 
Iedereen kon lid worden, [[Rooms-katholieke Kerk|katholieken]] en [[doopsgezind]]en werden niet langer uitgesloten. Niet alleen veel winkeliers, ook dominees, zoals [[François Adriaan van der Kemp]] meldden zich aan. Er werd minstens een keer in de week geoefend, meestal op zondag na de kerkdienst en bij slecht weer in de kerk. Niet altijd hoefden de leden zelf een wapen of uniform te bekostigen, zoals het geval was in de [[schutterij]]en. Op het niet verschijnen stond een boete van een aantal stuivers.