Gerard Callenburgh: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Gerard Callenburgh''' ([[Willemstad (Noord-Brabant)|Willemstad]], [[6 december]] [[1642]] - [[Vlaardingen]], [[8 oktober]] [[1722]]) was een Nederlands admiraal uit de 17e eeuw.
Gerard Callenburgh, zoon van een houthandelaar, trad in 1661 in dienst bij de [[Admiraliteit van de Maze]] als [[adelborst]]. In mei 1666, tijdens de [[Tweede Engels-Nederlandse Oorlog]]
Na de [[Vrede van Nijmegen]] met Frankrijk was er minder emplooi voor kapiteins. Callenburgh zocht vanaf 1678 zijn werk in het bestuur van Vlaardingen als een van de "vroede vaderen". In 1683 was hij echter, tijdelijk werkend voor de [[Admiraliteit van Amsterdam]], vlaggekapitein van luitenant-admiraal [[Willem Bastiaansz Schepers]], tijdens een tocht naar [[Zweden]]. In 1687 probeerde hij op aanwijzing van [[stadhouder Willem III]] een zilverschat te vinden bij [[Santo Domingo]]; een Spaans galjoen werd wel aangetroffen, maar geen zilver.
In 1688 was hij kapitein op de ''Maagd van Dordrecht'' bij de vloot waarmee [[stadhouder Willem III]] de Britse Eilanden binnenviel, een vloot die voornamelijk uit Amsterdamse schepen bestond. Op 16 april 1689 werd hij viceadmiraal van de [[Admiraliteit van het Noorderkwartier]]. Hij vocht in de [[Slag bij Beachy Head|Slag bij Bevesier]] in 1690 op de ''Beschermer'' (90 kanons). Op 18 april 1692 verhuisde hij weer terug naar de admiraliteit van Rotterdam. Daar had hij de vierde ''De Zeven Provinciën'' zelf als vlagschip. Echter op 20 november 1697 kwam hij weer bij het Noorderkwartier maar nu als luitenant-admiraal. Tijdens de [[Spaanse Successieoorlog]] deed hij in 1702 op de ''Beschermer'' mee aan de [[Slag in de Baai van Vigo]] en in 1704 aan de Engels-Nederlandse aanval waarbij [[Gibraltar]] veroverd werd. Op 14 februari 1709 ging hij naar de [[Admiraliteit van Amsterdam]] om uiteindelijk op 19 februari 1711 te eindigen waar hij begonnen was, de Maze. Dit soort verschuivingen werd op het eind van de 17e eeuw veel gebruikelijker, eerst omdat de gewestelijke autonomie meer ondergeschikt werd gemaakt aan het gezag van de [[admiraal-generaal]], i.c. stadhouder Willem III, waarvan Callenburgh een trouw en gehoorzaam dienaar was; later was er een gebrek aan carrièreplaatsen. Een ander kenmerk van die tijd is dat marineofficieren steeds meer tot de regentenstand behoren of gaan behoren: Callenburgh was lid van de vroedschap van [[Vlaardingen]] van 1678 tot 1711 en regelmatig burgemeester van deze plaats.▼
In 1688 was hij kapitein op de ''Maagd van Dordrecht'' bij de vloot waarmee stadhouder Willem III de Britse Eilanden binnenviel, een vloot die voornamelijk uit Amsterdamse schepen bestond. Op 16 april 1689 werd hij viceadmiraal van de [[Admiraliteit van het Noorderkwartier]]. Hij vocht tijdens de [[Negenjarige Oorlog]] in de nederlaag van de [[Slag bij Beachy Head|Slag bij Bevesier]] in 1690 op de ''West-Friesland''; zijn schip raakte zwaar beschadigd en alleen door persoonlijk optreden van Callenburgh werd voorkomen dat de bemanning tijdens de vlucht voor de Fransen het vaartuig in de steek liet. Op 18 april 1692 verhuisde hij weer terug naar de Admiraliteit van Rotterdam. Daar had hij de vierde ''De Zeven Provinciën'' zelf als vlagschip en voerde de wintercampagne van 1693 uit. In januari 1694 ging hij op de ''Beschermer'' (90 kanons) met de Engelsen op expeditie om [[Barcelona]] te ontzetten; in november 1695 keerde hij weer terug.
▲
==Zie ook==
|