Beleg van Tripoli (1102-1109): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
3wisemen (overleg | bijdragen)
k - typoo
Regel 19:
 
==Achtergrond==
Na de verovering van AntiochieAntiochië, in juni [[1098]], en het vernietigen van Ma'arrat al-Numan, [[13 januari]] [[1099]], waren de Syrische emirs bang geworden voor de oprukkende kruisvaarders en verleenden hun vrije doortocht en soms droegen zij hun steden zonder slag of stoot aan hun over. Op [[14 januari]] zond sultan [[ibn Munqidh]], emir van [[Shaizar]], een gezant naar [[Raymond van Toulouse]], een van de kruisvaartleiders, om provisie en voedsel voor mannen en paarden aan te bieden, en bood ook zijn diensten aan om hun voor te gaan naar [[Jeruzalem]] om hun de weg te wijzen. In februari bood de emir van [[Homs]], [[Janah ad-Dawla]], die tijdens het beleg van AntiochieAntiochië nog tegen de kruisvaarders gevochten had, een aantal paarden aan. De kalief van Tripoli, [[Jalal al-Mulk]] zond bijzondere giften en nodigde de Franken uit om zijn stad aan te doen, uiteindelijk was een alliantie tussen deze emirs en de kruisvaarders een feit. De kruisvaarders gingen vervolgens verder naar Arqa, dat ze belegerden van [[14 februari]] tot [[13 mei]], voordat ze verder zuidelijk gingen naar Jeruzalem; ze deden geen aanvallen op [[Tripoli (Libanon)|Tripoli]] of andere bezittingen in het gebied.
 
==Terugkeer van Raymond==
Het [[Beleg van Jeruzalem (1099)|Beleg van Jeruzalem]] was een succes en leidde tot de oprichting van het Koninkrijk Jeruzalem. De meeste kruisvaarders keerden terug naar huis. Aangemoedigd door het succes van de eerste kruistocht ontstond echter al snel een nieuwe beweging [[kruisvaart van 1101|in 1101]]. Deze groep werd ruw tegengehouden door de Seljoekse Turken in [[Anatolië]]. Ook Raymond participeerde in deze kruistocht, maar keerde terug naar [[Syrië]] nadat hij moest vluchten na zijn nederlaag met [[Kilij Arslan I]] bij Mersivan, AnatolieAnatolië, bij terugkeer had hij alleen nog maar drie honderdman bij zich. Fakhr al-Mulk, kalief van Tripoli, was nu niet zo behulpzaam als voorheen en riep de hulp in van [[Dukak van Damascus]] en ook de gouverneur van Homs. Ondertussen kregen de legioenen uit Damascus en Homs problemen onderweg en bleef de hulp lang uit, de kalief werd verslagen in april, en verloor rond de zevenduizend manschappen. Raymond kon uiteindelijk de stad niet innemen, maar had wel de controle over [[Tortosa (Libanon)|Tortosa]] verkregen, van waaruit alle toekomstige operaties tegen Tripoli werd ondernomen.
 
==Het beleg==
Het volgende jaar (1102), ondernam Raymond met behulp van Byzantijnse constructeurs de bouw van [[Mons Peregrinus]], de ''Pelgimsberg'', om zo een blokkade op te werpen naar het binnenland van Tripoli. Met de Genuaan Hugo Embriaco, nam Raymond ook [[Gibelet]] in. Na de [[Slag bij Harran]] in [[1104]], vroeg Fakhr al-Mulk hulp aan Sokman, een voormalig Artuklu gouverneur van Jeruzalem, om te anticiperen; Sokman marcheerde naar Syrië, maar werd gedwongen weer terug te keren.
 
[[Fakhr al-Mulk]] deed vervolgens een aanval op Mons Peregrinus in september 1104, hij vermoordenvermoordde daarbij een hoop kruisvaarders en wist een vleugel van het het fort af te branden. Raymond zelf was zwaar gewond geraakt, en stierf vijf maanden later, in februari [[1105]], aan zijn verwondingen. Hij werd vervangen door zijn neef Willem-Jordaan, graaf van Cerdagne als leider. Op zijn sterfbed had Raymond nog een akkoord geregeld met de kalief; als die stopte met het onder vuur nemen van het fort, zouden de kruisvaarders de handel in en om Tripoli met rust laten, de kalief accepteerde dit.
 
In [[1108]], werd het steeds moeilijker om voedsel naar de belegerde inwoners te brengen. Veel inwoners namen hun toevlucht naar andere steden als [[Homs]], [[Tyrus]] en Damascus. De edelen van de stad, die de kruisvaarders in een eerder stadium hadden veradenverraden, werden geexcuteerdgeëxecuteerd in het kruisvaarders kamp. Fakhr al-Mulk, was radeloos aan het wachten op versterkingen van Seldjoek sultan [[Mehmed I Tapar]], die naar Bagdad getrokken was, eind maart met vijfhonderd manschappen en diversen giften. Tijdens zijn reis deed hij [[Damascus]] aan waar hij ontvangen werd door [[Toghtegin van Damascus|Toghtegin]], vervanger van de pas overleden Dukak, waar hij met open armen werd ontvangen. Eenmaal in Bagdad werd Mehmed I met groots vuurwerk ontvangen, en was de gedachten van Mechmed niet meer bij Tripoli maar moest er onderhandeld worden over een disputedispuut over [[Mosoel]]. Fakhr al-Mulk keerde zelf terug naar Damascus in Augustus, waar hij vernam dat Tripoli overhandigd was aan al-Afdal Shahanshah, vizier van Egypte, door de overige edelen, die het wachten beu waren van de terugkeer van de kalief.
 
Het jaar erop, formeerde de kruisvaarders een grote groep buiten Tripoli, geleid door [[Boudewijn I van Jeruzalem]], [[Boudewijn II van Jeruzalem|Boudewijn II van Edessa]], [[Tancred]], regent van het Vorstendom AntiochieAntiochië, [[Willem-Jordaan]] en Raymond IV's zoon [[Bertrand van Toulouse]], die recent was aangekomen met verse troepen uit [[Italie]] en [[Frankrijk]]. In Tripoli waren ze nog tot in den treuren aan het wachten op versterking van moslimkant, vooral uit Egypte.
 
Een compromis werd gesloten over een dispuut buiten de stadsmuren, deze werd geleid door Boudewijn I van Jeruzalem, er werd besloten dat de stad nu ingenomen kon worden; en als dit een feit was, zou het [[Graafschap Tripoli]] verdeelt worden in twee gebied's claimen, Willem Jordaan zou het noordelijk gebied krijgen als vazal van het Vorstendom Antiochie, en Bertrand het zuidelijk deel als vazal van het [[Koninkrijk Jeruzalem]].
 
De stad viel op [[12 juli]] [[1109]], en werd helemaal geplunderd door de kruisvaarders. honderd duizend documenten, boeken en prenten van de Dar-em-Ilm bibliotheek werden vervloekt en daarna verbrand. De egyptischeEgyptische vloot arriveerde acht uur te laat. De meeste inwoners werden tot slaaf verheven, anderen werden verdreven of gedood en van hun bezittingen ontdaan. Bertrand, Raymond IV's legitimelegitieme zoon, had Willem-Jordaan laten vermoorden in [[1110]] en claimden twee-derde van de stad voorzichzelfvoor zichzelf, met daarbij de ander derde onder Genuaans gezag. Vervolgens werd Tripoli een kruisvaardersstaat; de rest van de Meditareinse zeeMediterrane kust was al in kruisvaard handen van de kruisvaarders gevallen, met in de volgende jaren nog de havensteden [[Sidon]] (1111) en Tyrus (1124).
 
==Referenties==