Elly van Beuzekom-Lute: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 12052475 van TOM (overleg) ongedaan gemaakt. Het is óf voormalig Nederlands, óf voormalige Nederlandse, maar niet: voormalig Nederlandse
Naamcorrectie aangebracht
Regel 24:
 
===Met grote sprongen naar de top===
In juli 1971 sloot Elly Lute zich aan bij de Castricumse atletiekvereniging [[Atletiek Vereniging Castricum|AV Castricum]]. Aanvankelijk had ze het idee om zich te gaan toeleggen op [[kogelstoten]]. Toen ze echter na een maand voor de aardigheid en zonder een greintje techniek in een wedstrijd een slinger gaf aan de speer, plofte het ding 36,00 m verder op de grond. Een nieuw speerwerptalent was geboren.<ref name="Speerwerptalent"/>Bij AV Castricum begreep men direct wat hen te doen stond en dus werd Elly Lute aan de erkende speerwerpgrootheid [[Frans van der Heyden]] gekoppeld, viervoudig Nederlands kampioen. Deze zorgde ervoor dat zij met het beste materiaal aan de slag kon. Helaas verongelukte Van der Heyden het jaar erop op tragische wijze, maar hij had Lute in die korte periode precies die incentives gegeven die nodig waren om verder te komen. Het resultaat was dat zij in 1972 al snel tot 44,84 kwam en voor het jaar om was, stond Lute met 48,38 op de tweede plaats van de nationale ranglijst. [[Lida Berkhout|Lida KuysKuijs]], die juist in dat jaar het Nederlands record speerwerpen naar 49,96 had getild, voerde die ranglijst aan. [[Carla Luyer]], de Nederlandse kampioene van de twee voorgaande jaren, was door Elly Lute inmiddels al naar de derde plaats verwezen. Overigens waren de Nederlandse vrouwen op dat moment nog ver verwijderd van de wereldtop, waarvan de besten tot afstanden van ruim boven de 60 meter waren gekomen.
 
===Tweestrijd===
Het kon niet uitblijven of de tweestrijd tussen beide getalenteerde atletes moest in 1973 in alle hevigheid losbarsten. En dat was precies wat er gebeurde. Het buitenseizoen was nog maar nauwelijks gestart of het was al raak: op 15 april troffen beide atletes elkaar voor de eerste keer van het jaar bij een wedstrijd in [[Rotterdam]]. Het werd een memorabel duel. Want nadat Lida KuysKuijs als eerste Nederlandse de speer voorbij de 50 meter had geprikt, deed de in de voorbije winter met Gerard van Beuzekom gehuwde Elly Lute haar dit ter plekke ogenblikkelijk na. Het resultaat was een nieuw Nederlands record van 50,78 voor KuysKuijs en 50,56 voor Van Beuzekom. Iets dergelijks was bij het speerwerpen in Nederland nog nooit vertoond.
 
Precies één week kon Lida KuysKuijs genieten van haar succes. Op 22 april was het namelijk de beurt aan Elly van Beuzekom. In [[Heiloo]] kwam de Castricumse tot 52,08. KuysKuijs pareerde op 27 mei in [[Amsterdam]] met 52,98, waarna Van Beuzekom op 24 juni in [[Drachten]] althans voor dat jaar met een worp van 54,36 aan het langste eind trok. De Nederlandse titel ontfutselde ze Lida KuysKuijs echter niet.
 
===Zicht op internationale aansluiting===
In de twee jaren die volgden bleef het totaalplaatje ongewijzigd. De twee [[Noord-Holland]]se atletes stuwden elkaar onophoudelijk verder omhoog, waarbij Lida KuysKuijs steeds de nationale titel voor zich opeiste, terwijl de inmiddels naar [[Alkmaar (Nederland)|Alkmaar]] verhuisde Elly van Beuzekom-Lute qua afstand telkens aan het langste eind trok. Beide speerwerpsters bleken min of meer tot elkaar te zijn veroordeeld, hadden elkaar nodig om boven zichzelf uit te stijgen. Was het immers niet Van Beuzekom die in een interview al eerder had toegegeven, dat zij er zonder de tegenstand van Lida KuysKuijs waarschijnlijk al gauw de brui aan had gegeven. "Ik heb het wel gehad dat Lida er op een wedstrijd niet was. Ik gooide 51,27 m en nummer twee 32 m! Nou, dat is een gat van 20 m, daar is natuurlijk niks aan, ook niet voor de juryleden."<ref>Uit ''Zal de ontwikkeling bij het speerwerpen zich voortzetten?'' door Piet Wijker (1973), gepubliceerd in De Atletiekwereld nr. 24: KNAU</ref><br>En zo ontwikkelden beiden zich naar 55,76 (Elly) versus 55,58 (Lida) in 1974 en 57,90 (Elly) versus 57,12 (Lida) in 1975. De achterstand op de wereldtop, die twee jaar eerder nog zo ver weg leek, was grotendeels overbrugd. Logisch dat zij dus vanaf 1974 van de [[Atletiekunie|KNAU]] ook de kans kregen om hun (bescheiden) rol op internationaal niveau mee te spelen. Bij de Europese kampioenschappen van 1974 in [[Rome (stad)|Rome]] leverde dat overigens niet meer op dan deelname. KuysKuijs noch Van Beuzekom kwamen door de kwalificatieronde heen, waarvoor een worp van 54 meter vereist was. Het kon het tweetal, dat tot dan toe nauwelijks internationale ervaring had opgedaan, eigenlijk niet kwalijk worden genomen.
 
===Montreal een brug te ver===
Het jaar 1976 was voor Elly van Beuzekom en Lida KuysKuijs een belangrijk atletiekjaar, want de [[Olympische Zomerspelen 1976|Olympische spelen van Montreal]] stonden op het programma. Aanvankelijk maakte Van Beuzekom deel uit van de voorlopige olympische selectie. Maar door een al in juni 1975 opgelopen spierblessure in haar werparm, waardoor zij dat jaar onder andere de nationale kampioenschappen moest overslaan, verdween ze daar weer uit. Desondanks was zij in 1976 aan het begin van het seizoen vol vertrouwen. Maar het [[NOC]] had de lat voor uitzending naar Montreal met een kwalificatie-eis van 60 meter wel erg hoog gelegd en dat bleek een barrière die noch door Van Beuzekom, noch door Lida KuysKuijs kon worden genomen. Schrale troost voor de Alkmaarse was haar eerste overwinning op Lida KuysKuijs en dus haar eerste titel bij de Nederlandse kampioenschappen met gelijk de beste jaarprestatie: 55,80.
 
Het volgende jaar was betrekkelijk kleurloos in vergelijking met de voorgaande edities. Lida KuysKuijs raakte in verwachting en sloeg een jaar over, waardoor Elly van Beuzekom min of meer aan zichzelf was overgeleverd. Ondanks een acute buikoperatie die zij in maart van dat jaar moest ondergaan, kwam haar leidende positie bij het speerwerpen in Nederland overigens geen moment in gevaar. Op haar sloffen haalde Van Beuzekom in [[Sittard]] haar tweede nationale titel op. Met 'slechts' 51,70 wierp ze desondanks meer dan vijf meter verder dan de verzamelde concurrentie. De constant opgaande lijn in de eerste helft van de jaren zeventig was echter doorbroken; met een beste jaarprestatie van 52,40 was Elly van Beuzekom in feite terug bij af.
 
===Keiharde duels===
Voor het opkrikken van Elly’s motivatie was het dus essentieel, dat de inmiddels getrouwde Lida Berkhout-KuysKuijs zich weer in de atletiekarena zou laten gelden. Toen dat in 1978 het geval bleek, was Van Beuzekom aanvankelijk dan ook weer blakend van zelfvertrouwen. Lida Berkhout was na haar afwezigheid echter minstens zo gretig en dat leverde tussen het tweetal verschillende keiharde gevechten op. Hoogtepunt dat jaar was ongetwijfeld het duel om de Nederlandse titel in [[Groningen (stad)|Groningen]]. Met 56,30 om 55,14 beslechtte Lida Berkhout de strijd dit keer weer in haar voordeel. Beiden leverden gelijk hun beste jaarprestaties. Belangrijker was de constatering, dat de twee toonaangevende werpsters in Nederland hun niveau van 1975 weer hadden benaderd.<br>Verdere vooruitgang bleek er in de jaren die volgden echter niet meer in te zitten. In 1979 waren bij de Nederlandse kampioenschappen de rollen weer eens omgedraaid en trok Van Beuzekom aan het langste eind. Maar haar beste jaarprestatie lag met 55,04 onder het niveau van het jaar ervoor en datzelfde gold voor Lida Berkhout. Desondanks stak het tweetal onveranderd ver boven de rest in Nederland uit.
 
===Op jacht naar Moskou-limiet===