Dood: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Marc W (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Marc W (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 116:
"Doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van ten minste vier en twintig weken ter wereld gekomen menselijke vrucht, welke na de geboorte geen enkel teken van levensverrichting heeft vertoond."
 
Dit wil niet zeggen, dat voor de benoemde vier en twintig weken [[Zwangerschap|zwangerschap]] biologisch gezien geen sprake van leven was.
 
Bij overlijden van een [[Foetus|foetus]] voor de in de wet benoemde vier en twintig weken zwangerschap spreekt men doorgaans van een [[Miskraam|miskraam]]
Bij overlijden van een foetus na vier en twintig weken zwangerschap spreekt men zoals in de wet staat aangegeven van een doodgeborene.
 
De in de wet aangegeven grens tussen een miskraam en een doodgeborene kan voor de ouders van een doodgeborene voor vier en twintig weken zwangerschap problemen geven.
Sociaal gezien is de status doodgeborene meer beladen en ernstiger dan in geval sprake is van een miskraam, dit terwijl in beide gevallen bij de ouders sprake kan zijn van evenredig verliesgevoel en [[Rouw|rouwproces]].
 
===Waarom heeft de wetgever de grens gesteld op “ten minste vier en twintig weken zwangerschap”?===
Regel 131:
 
==Lijkschouwing==
Een veelvuldig gemaakte en verkeerde veronderstelling is, dat het doel van de lijkschouw is om de dood vast te stellen. Ook bij een zeer groot deel van de professionals zoals artsen, verplegend personeel en medewerkers uitvaartbranche bestaat deze veronderstelling. In de wet (Wet op de Lijkbezorging) staat echter “Hij die de schouwing heeft verricht geeft een verklaring van overlijden af, indien hij ervan overtuigd is dat de dood is ingetreden ten gevolge van een natuurlijke oorzaak.”. Omdat geen wet bestaat met betrekking tot het vaststellen van de dood mag iedereen in Nederland dit doen. De overledenenschouw met als doel een niet-natuurlijk overlijden uit te sluiten is echter voorbehouden aan de behandelend [[Arts|arts]] (of de gemeentelijke lijkschouwer).
 
In Nederland wordt de lijkschouwing door artsen uitgevoerd. Zij geven dan een een overlijdensverklaring (A-verklaring) af en vullen de doodsoorzaakverklaring (B-verklaring) in. In principe mag elke arts dit doen, mits deze arts de behandelend arts van de overledene is. Met de verklaring van overlijden van de arts wordt de gemeente waarin iemand overleed op de hoogte gesteld. De doodsoorzaakverklaring dient men tegelijkertijd met de verklaring van overlijden bij de gemeente af te leveren. De gemeente zendt deze B-verklaring vervolgens naar het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]], waarin ten behoeve van de statistiek de vermoedelijke doodsoorzaak wordt aangegeven. Deze doodsoorzaakverklaring is anoniem: de naam van de overledene komt er niet op voor.
 
Een overlijdensverklaring mag een behandelend arts alleen uitschrijven als deze ervan overtuigd is dat de dood is ingetreden tengevolge van een natuurlijke oorzaak. Bij twijfel of de doodsoorzaak een natuurlijk overlijden betreft, of als de datum van overlijden niet duidelijk is, dient de gemeentelijk lijkschouwer te worden ingeschakeld. In geval geen sprake is van een behandelend arts, de behandelend arts niet aanwezig is en in geval sprake is van een niet natuurlijk overlijden dient altijd de gemeentelijk lijkschouwer te worden ingeschakeld. Als een overlijden een niet natuurlijk overlijden betreft mag geen enkele arts de overlijdensverklaring uitschrijven (ook de gemeentelijk lijkschouwer niet). Een niet natuurlijk overlijden zal door de gemeentelijk lijkschouwer worden gemeld aan de [[Officier van justitie|officier van justitie]]. Deze zal vervolgens een verklaring van niet natuurlijk overlijden uitschrijven. Met deze verklaring zal men de gemeente verwittigen van het overlijden. Na afronding van alle onderzoeken zal de officier van justitie een verklaring van “geen bezwaar tot begraven/cremeren" uitschrijven. Deze verklaring dient men aan de gemeente te overhandigen. Een natuurlijk overlijden betreft overlijden door ouderdom of [[Ziekte|ziekte]], mits de ziekte niet is ontstaan door toedoen van derden.
Alle andere vormen van overlijden kunnen worden gekenmerkt als (vermoedelijk) niet natuurlijk overlijden waarbij men de gemeentelijk lijkschouwer dient in te schakelen.
De gemeentelijk lijkschouwer verricht een uitwendige schouw en kan eventueel beslissen tot een inwendige schouw. Daarvoor moet het lichaam worden overgebracht naar het [[Nederlands Forensisch Instituut|Nederlands Forensisch Instituut]] in Rijswijk, waar forensisch [[patholoog-anatoom|patholoog-anatomen]] de inwendige schouw verrichten. In overleg met het [[Ministerie van Justitie (Nederland)|justitie]] wordt het lichaam vrijgegeven.
 
Een op het oog natuurlijke doodsoorzaak in periode van genezing van een trauma (bijvoorbeeld bedcomplicaties zoals een [[Longontsteking|longontsteking]] of [[Sepsis|bloedvergiftiging]] door [[Decubitus|doorliggen]]) of als sprake is van natuurlijke doodsoorzaak bij een persoon die eerder trauma heeft ondergaan (bijvoorbeeld bedcomplicaties bij een comapatiënt waarbij het [[Coma (geneeskunde)|coma]] is ontstaan door een eerder trauma) dient te worden benaderd als een (vermoedelijk) niet natuurlijk overlijden. De gemeentelijke lijkschouwer zal de overledenenschouw moeten verrichten. Doorgaans schakelt de behandelend arts de gemeentelijk lijkschouwer in echter, iedereen mag een beroep doen op de gemeentelijk lijkschouwer. Dit dient dan zo spoedig als mogelijk te gebeuren, maar in elk geval voor begrafenis/crematie of uitvoer van de overledene naar het buitenland.
 
==Na de dood==
Na de dood is voor wat betreft overledenenzorg alles gericht op onderzoek naar de doodsoorzaak (is deels wettelijk geregeld), gericht op piëteitvolle overledenenzorg met als doel een goede start van het rouwproces van de nabestaanden en gericht op conservering van de overledene. Binnen de in de wet gestelde termijn zal een uitvaart ([[Begrafenis|begrafenis]] / [[Crematie|crematie]]) plaatsvinden, met als uitzondering de overledenen die zich ter beschikking hebben gesteld voor de [[Wetenschap|wetenschap]].
 
===De overledenenschouw===
Regel 151:
 
Er bestaan drie soorten van inwendige schouw.
*Reguliere inwendige schouw, waarbij de [[Orgaan|organen]] en [[Weefsel (biologie)|weefsels]] in de [[Ribbenkast|borstholte]] en de [[Buikholte|buikholte]] worden onderzocht.
*Inwendige schouw van de [[Schedel|schedel]], waarbij uitname van de hersenen plaatsheeft voor onderzoek.
*Gerichte schouw van lichaamsdelen die niet tot de borst-/buikholte of de hersenen behoren. Dit onderzoek betreft geen reguliere schouw maar wordt gedaan als gericht onderzoek.
 
Er zijn drie redenen voor het realiseren van een inwendige schouw.
*Nabestaanden willen helderheid over de doodsoorzaak. Dit kan van belang zijn om te kijken of sprake is van een doodsoorzaak door een [[Erfelijke aandoening|erfelijke aandoening]]. De nabestaanden dienen toestemming te geven voor dit onderzoek. In geval nabestaanden geen toestemming geven heeft geen inwendige schouw plaats.
*De behandelend arts verzoekt dit onderzoek. Gekeken kan worden of de behandelend arts de juiste diagnose heeft gesteld en of de ingezette behandeling de juiste handelswijze was. Dit is ter lering voor de behandelend arts. Nabestaanden dienen toestemming te geven voor dit onderzoek. In geval nabestaanden geen toestemming geven heeft geen inwendige schouw plaats.
*In geval van een (vermoedelijk) niet natuurlijk overlijden een (mogelijke) misdrijf betreft zal een inwendige lijkschouw plaatsvinden. Bij deze lijkschouw worden sporen veilig gesteld en wordt onderzoek gedaan naar de primaire doodsoorzaak. Dit onderzoek heeft plaats in opdracht van de officier van justitie. Nabestaanden hebben geen inspraak omdat sprake is van inbeslagname van de overledene door justitie. Na vrijgave van de overledene door de officier van justitie (en dus na de inwendige schouw) staat de overledene weer ter beschikking van de nabestaanden. Deze inwendige schouw zal meestal plaatsvinden in het [[Nederlands Forensisch Instituut|Nederlands Forensisch Instituut (NFI)]] (dit onder andere omdat veelal ook [[Radiologie|radiologisch onderzoek]] deel uitmaakt van het onderzoek), maar de mogelijkheid bestaat ook dat een forensisch patholoog van het NFI dit onderzoek verricht op locatie in een sectieruimte van een zorginstelling (dit dan voornamelijk als radiologisch onderzoek geen deel uitmaakt van het onderzoek).
 
====De Hersenbank====
Naast de beschreven mogelijkheden van inwendig schouw bestaat nog een uniek project van de [[Vrije Universiteit Amsterdam|Vrije Universiteit van Amsterdam (VU)]], waarbij onderzoek van de hersenen plaatsheeft. Dit betreft [[Nederlandse Hersenbank|“De Hersenbank”]].
Overledenen die tijdens leven aan één van de volgende ziektebeelden leden: [[Dementie|dementie]], [[Multiple sclerose|multiple sclerose]], [[Ziekte van Parkinson|Parkinson]], [[Klinische depressie|depressie]] of [[Schizofrenie|schizofrenie]], kunnen hun hersenen afstaan voor onderzoek naar het betreffende ziektebeeld. Men kan daarvoor bij leven afspraken maken met de Hersenbank en een hersencodicilhersen[[Codicil|codicil]] invullen.
 
===Donatie===
Regel 169:
====Hersendode donoren (heartbeating donor)====
In Nederland verzorgt een transplantatieteam de uitname van organen. Euro Transplant kijkt in hun database waar de betreffende organen wenselijk zijn, stuurt het transplantatieteam aan en draagt zorg voor verspreiding van uitgenomen organen.
Heartbeating transplantatieorganen betreffen: [[Niertransplantatie|de nieren]], [[Levertransplantatie|de lever]], [[Harttransplantatie|het hart]], [[Longtransplantatie|de longen]], [[Nier-pancreastransplantatie|de alvleesklier]], de [[Eilandjes van Langerhans|eilandjes van Langerhans]] uit de alvleesklier en [[Dunne darm|de dunne darm]].
 
====Biologisch dode donoren (non-heartbeating donor)====
In Nederland verzorgt stichting [[Bio Implant Services|Bio Implant Services (stichting BIS)]] een coördinerende rol voor wat betreft uitname, bewerking en verspreiding van donatieweefsel.
Non-heartbeating donatieweefsels betreffen: [[Hoornvlies|hoornvlies]], [[Huid|huid]], [[Hartklep|hartkleppen]], [[Bloedvat|bloedvaten]] en bot en peesweefsel.
 
===Overledenenzorg===
Regel 183:
*Uit respect voor de overledene.
*Om nabestaanden een goede start te geven van het rouwproces.
*Als onderdeel van [[Religie|religie]] (zoals een rituele wassing).
*Ter voorbereiding op de conservering.