Adelheid van Champagne: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Opmaak fix: Correctie Gebruiker:Februari met AWB
k Links fix met AWB
Regel 14:
Nauwelijks één maand na de dood van zijn tweede vrouw [[Constance van Castilië (-1160)]], trad [[Lodewijk VII van Frankrijk|Lodewijk VII]] met haar in het huwelijk, op [[13 november]] [[1160]]. Vier jaar later schonk zij hem een zoon, genaamd ''Dieudonné'', die zijn vader zou opvolgen als [[Filips II van Frankrijk|Filips II Augustus]]. Toen koning [[Lodewijk VII van Frankrijk|Lodewijk]] fysiek begon af te takelen en het zeker werd dat hij zijn zoon tot zijn medekoning zou aanstellen, begon Adelheid deze op verstikkende wijze te betuttelen, en te intrigeren in het voordeel van haar broers [[Hendrik I van Champagne|Hendrik van Champagne]], die reeds eerder blijk had gegeven van territoriale ambities, en [[Theobald V van Blois|Theobald van Blois]]. Misbruik makend van haar macht, wist zij deze uit te huwelijken aan de dochters die [[Lodewijk VII van Frankrijk|Lodewijk VII]] had bij zijn eerste vrouw [[Eleonora van Aquitanië]].
 
Filips, die zich ergerde aan de betutteling door zijn moeder, had echter haar intriges door, en toen hij in [[1190]] vertrok voor de [[Derde Kruistocht]] vertrouwde hij het [[regentRegent (bestuurder)|regentschap]]schap toe aan háár en haar andere broer Willem, aartsbisschop van [[Reims]] (en [[Sens]]), maar wel onder strikte voorwaarden, zodat zij geen misbruik konden maken van hun macht.<br>De regenten mochten o.m. geen belastingen heffen, en hadden géén toegang tot de koninklijke schatkamer, waarvan de hoede werd toevertrouwd aan de [[Tempeliers]]. Aangestelde [[baljuw]]en moesten recht spreken in naam van de koning en konden, tenzij in geval van ernstig vergrijp, niet vervangen worden door de regenten, die regelmatig verslag moesten uitbrengen van hun verrichtingen. Op die manier manifesteerde Filips zijn uitdrukkelijke wens om zijn koninkrijk persoonlijk vanuit het oosten te blijven besturen. Overigens had hij het koninklijke zegel, dat nodig was om alle officiële documenten te bezegelen, met zich meegenomen.
 
Na de terugkeer van haar zoon in [[1192]] trok Adelheid van Champagne zich uit het openbare leven terug en hield zich enkel nog onledig met het stichten van abdijen. Zij overleed op 4 juli 1206.