Moeraseik: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Veendorp (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Veendorp (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
|afbeeldingII= Moeraseik (Quercus palustris).jpg }}
 
De '''Moeraseik''' (''Quercus palustris'' Muenchh.) is een [[eenhuizig]]e [[boom (plant)|boom]] uit de [[napjesdragersfamilie]] (''Fagaceae''), die van nature voorkomt in de rivierdalen in het noordoosten van de [[Verenigde Staten]] en daar een hoogte van 25 m bereikt. Op de boom komen mannelijke en vrouwelijke [[bloem (plant)|bloemen]] apart voor. De boom wordt sinds het einde van de achttiende eeuw in Europa aangeplant. Hij wordt in Nederland tamelijk veel aangeplant langs straten en in parken en plantsoenen binnen de bebouwde kom. De boom is ongeschikt voor kalkrijke gronden en in tegenstelling tot wat de naam zou doen vermoeden is de boom minder geschikt voor natte, moerasachtige gronden. De boom kan echter wel korte tijd tegen overstromingen. De bladeren hebben een opvallend mooie, dieprode herfstkleur. De kwaliteit van het [[hout]] is minder in vergelijking met dat van de andere eikensoorten.
 
De boom groeit matig snel, wordt in Nederland tot 20 m hoog en heeft een kegelvormige kroon. De horizontaal geplaatste [[tak (plant)|takken]] hebben korte, scherpe [[twijg]]en. Op latere leeftijd buigen de onderste takken door. De moeraseik heeft smalle diep [[bladvorm|ingesneden]] bladeren met aan elke zijde 2 tot 4 lobben. Het [[blad]] is 7 tot 10 cm lang, heeft een 2 tot 5 cm lange bladsteel en een wigvormige voet. De boom loopt in het voorjaar uit met rode scheuten, die na een maand verkleuren naar donkergroen. Latere nieuwe scheuten in juli hebben ook een rode kleur. De bloemen verschijnen tegelijk met het blad. Mannelijke bloemen zitten in [[katje]]s, die zich ontwikkelen uit knoppen in de bladoksels van het voorgaande jaar. De vrouwelijke bloemen zitten op korte steeltjes in de oksels van de uitlopende bladeren.