Johan van Thiel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
</ref>
 
Vooral na [[Dolle Dinsdag]] (5 september 1944) werden de plannen van de [[Londens kabinet|Nederlandse regering in Londen]] voor de situatie meteen na de Duitse capitulatie steeds gedetailleerder. Rond 10 oktober 1944 liet minister van Justitie [[Gerrit Jan van Heuven Goedhart|G.J. van Heuven Goedhart]] radiografisch aan het [[College van Vertrouwensmannen]] weten dat Van Thiel hersteld moest worden als procureur-generaal en fungerend directeur van politie en dat Schreuder hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie moest worden. In maart 1945 schreven de vertrouwensmannen aan premier [[Pieter Sjoerds Gerbrandy|P.S. Gerbrandy]] dat er 'bij velen' tegen de herbenoeming van Van Thiel 'ernstige bezwaren' bestonden. Desondanks werd Van Thiel door de vertrouwensmannen herbenoemd. De benoeming van Schreuder tot hoofdcommissaris ging echter niet door. In mei 1945 kwam de intussen 67-jarige Versteeg als een tussenpaus gedurende enkele maanden terug als hoofdcommissaris. Zelf kwam Van Thiel terug in z'n oude functie maar werd vanaf 1 juni 1945 enige tijd vervangen door N.J.G. Sikkel als waarnemend procureur-generaal. Van Thiel was immers tijdelijk ontheven uit zijn functie zodat zijn functioneren als procureur-generaal tijdens de periode mei 1940 tot en met oktober 1941 onderzocht kon worden.

Vanwege het bereiken van de 65-jarige leeftijd ging Van Thiel in september 1949 definitief met pensioen. Het is onduidelijk wanneer Van Thiel overleden is.
 
{{bronnen|bronvermelding=