Joodse mythologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hajo (overleg | bijdragen)
+cat
DéRahier (overleg | bijdragen)
k diakritische en andere typo's, Replaced: reincarnatie → reïncarnatie met AWB
Regel 11:
 
==In de Talmoed==
De [[Talmoed]] (om precies te zijn, de ''Gemara'') staat vol met verhalen over engelen en demonen en over onderwerpen zoals reincarnatiereïncarnatie en bijna-dood ervaringen; over gevechten tussen rabbijnen en de 'Engel des Doods', en vele andere mystieke onderwerpen.
 
Daarnaast werd door de Talmoedische geleerde rabbijn Shimon bar Yochai het oudste en belangrijkste kabbalistische boek, de Zohar, geschreven.
Regel 22:
De spirituele wereld bevat drie categorieën wezens: transcendentale krachten, engelen, en zielen.
*De transcendentale krachten zijn uiterst pure, superieure spirituele entiteiten, volledig gescheiden van alles dat fysiek is. Zij staan het dichtst bij de [[Sjechina]], en de Sjechina spreidt zich constant over hen uit. Zij krijgen namen aan de hand van hun niveaus: de "wielen van de troon", de "ofaniem", en dergelijken.
*Engelen zijn geschapen om als boodschappers van de Heer te werken. Zij doen enkel en alleen exact dat wat hen wordt opgedragen. Iedere engel waakt over een bepaald concept en is door de 'Hoogste Wil' aangesteld om over dat doel te waken. Er zijn verschillende niveaus engelen, en ieder niveau heeft zijn eigen mogelijkheden en begrenzingen, zoals de 'Hoogste Wijsheid' dat besloten heeft. De engelen zijn onderverdeeld in twee categoriëncategorieën: goede en slechte engelen. De slechte engelen heten 'engelen van vernietiging' (Hebreeuws: ''Malachei Chavalah'') en 'verwonders' (Hebreeuws: ''Mazzikim'').
*Zielen zijn spirituele entiteiten die zijn voorbestemd om plaats te nemen in aardse lichamen en sterk met hen verbonden te worden. Ook zij hebben hun eigen mogelijkheden en begrenzingen. De ziel bestaat in drie verschillende werelden (fasen): voor de dood, tijdens het aards leven, en na de dood.
 
Er bestaat tevens een categorie wezens die tussen de fysieke en spirituele wereld in zitten. Zij hebben eigenschappen van zowel de fysieke als de spirituele wereld. Dit zijn 'demonen' (Hebreeuws: ''Shedim'').
 
De spirituele, maar deels ook de fysieke wezens, kunnen door de sterren beinvloedbeïnvloed worden. Ieder wezen, spiritueel en fysiek, opereert binnen bepaalde grenzen. Deze kunnen onder normale omstandigheden niet overschreden worden door de spirituele wezens. De Heer bepaalde echter dat de spirituele wezens deze grenzen wel kunnen overschrijden wanneer de mens hen daartoe aanzet. Deze vorm van magie wordt uitgelegd in het boek ''[[Sefer Jetzirah]]''.<ref>Gehele sectie: ''Derech Hashem, Maamar ha'Ikkarim,'' Ramchal (HaRav Moshe Chaim Luzzato zt'l) (1700-1746), gepubliceerd te Amsterdam</ref>
 
==Referenties==