Exercitiegenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
details
RobotE (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Vlist - Link(s) veranderd naar Vlist (rivier)
Regel 18:
De aanvankelijke steun sloeg in de zomer van 1785 echter om in een ontmoedigingsbeleid, toen steeds meer duidelijk werd dat de Republiek afstevende op een burgeroorlog. Begin augustus [[1786]] waren de exercitiegenootschappen verzameld in Utrecht om de slag bij Doggersbank te herdenken. Er liepen die dagen 20.000 man in de stad. Op die bijeenkomst werd een radicale beslissing genomen: zestien democratisch gekozen patriotten werden in de raad opgenomen. Dat was een unieke gebeurtenis in Europa. Enkele weken later liet [[H.W. Daendels]], kapitein van het plaatselijke exercitiegenootschap, zich inspireren tot actie in [[Hattem]], waarop in Friesland en Gelderland alle bijeenkomsten en onderlinge steun van exercitiegenootschappen werd verboden. De vrijheid van vergadering was beperkt. Uit heel het land kwam steun voor de exercitiegenootschappen in Hattem en Elburg. Vervolgens concentreerden de patriotten zich op de handhaving van hun positie in de stad Utrecht.
 
Rondom Utrecht kwam het tot een treffen tussen de exercitiegenootschappen en het staatse leger. In juni [[1787]] hield het exercitiegenootschap van Gouda prinses [[Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen|Wilhelmina van Pruisen]] tegen bij de [[Vlist (rivier)|Vlist]]. Een vliegend legertje onder leiding van [[Adam Gerard Mappa]] bezette in Holland een aantal steden; ook in Friesland was het vliegend legertje actief. Men probeerde de vroedschappen naar hun hand te zetten, tot kort voordat de koning van Pruisen op 13 september de Republiek liet bezetten. De [[restauratie]] van het huis Oranje werd met financiële steun uit Engeland en Pruisische kracht en overmacht ingezet, zodat [[stadhouder Willem V]] in zijn positie kon worden hersteld.
 
Alle officieren van exercitiegenootschappen, betrokken bij een bezetting van het stadhuis of de verdediging van de stad, gevangen genomen en veroordeeld tot een boete of uit de provincie gezet, voor zover ze niet naar Noord-Frankrijk waren gevlucht.