Halfgeleider (elektronica): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Link |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4:
==Verklaring==
Silicium is een 4-waardig element, wat inhoudt dat de buitenste [[elektronenschil]] van een siliciumatoom 4 [[elektron]]en bevat. Zo'n [[atoom]] zou graag 8 elektronen om zich heen hebben. Daarom kristalliseert silicium in een vorm waarin elk atoom omgeven is door 4 andere, die elk een elektron met hun buur delen er worden [[Covalente_binding|covalente bindingen]] aan gegaan. Een mooie stabiele configuratie en weinig reden voor de elektronen om aan [[Geleidingsvermogen|geleiding]] te doen.
Bouwen we echter op enkele plaatsen in het kristal een verontreiniging in de vorm van een 5-waardig [[fosfor]]atoom in - het heeft echter maar 4 elektronen nodig, zodat één elektron niet wordt gebruikt.
Fosfor en boor zijn veelgebruikte elementen om silicium mee te verontreinigen, wat doperen of [[doteren]] genoemd wordt. Fosfor is een '''donor''' van elektronen en boor een '''acceptor'''. Met fosfor gedoteerd silicium wordt n-silicium genoemd, omdat er een overschot is aan geleidingselektronen. Met boor gedoteerd spreken we van p-silicium, omdat er een tekort is aan elektronen, wat we beschrijven als een overschot aan (positieve) gaten. De belangrijkste toepassing ontstaat als men p-silicium en n-silicium in elkaar laat overgaan. Er ontstaat een zogenaamde pn-overgang. In de grenslaag zullen de elektronen uit het n-silicium die toch niets te doen hebben een kijkje nemen in het p-silicium waar ze erg gevraagd zijn. Het gevolg is een zone zonder vrije ladingsdragers, de uitputtingszone. Een laagje n-silicium blijft met een tekort aan elektronen achter, dus positief geladen en een aansluitend laagje p-silicium heeft extra elektronen en is dus negatief geladen. Er zijn geen elektronen meer die van hun plaats willen, de pn-overgang geleidt niet. Leggen we een spanning aan tussen het n- en p-silicium, dan zal afhankelijk van de polariteit de [[uitputtingszone]] vergroot worden, dus geen stroom doorlaten, of zullen de elektronen teruggedreven worden, zodat na overwinnen van een drempelspanning geleiding optreedt: we hebben een silicium[[diode]].
Hoewel kristallijn silicium de meest bekende en meest gebruikte halfgeleider is, zijn er andere die ook toegepast worden, zoals:
|