Heilige Alliantie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
DavidD (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
De '''Heilige Alliantie''' was een [[bondgenootschap]] van [[Russische Rijk|Rusland]], [[Keizerrijk Oostenrijk|Oostenrijk]] en [[Pruisen]], gevormd op [[26 september]] [[1815]] in [[Parijs]] op initatief van tsaar [[Alexander I van Rusland]], als onderdeel van de [[Restauratie (Europa)|Restauratie]] na de val van [[Napoleon Bonaparte|Napoleon]].
 
Het bondgenootschap werd gesloten om een [[christendom|christelijk]] tegenwicht te bieden tegen de seculaire en democratische ideëen van de [[Franse Revolutie]]. De tsaar op dat moment was op dedat moment onder de invloed van een Russische mysticus, barones [[Barbara Juliana von Krüdener]]. Het idee voor de alliantie was waarschijnlijk afkomstig van haar.
 
Het feit dat Rusland, Oostenrijk en Pruisen elk een andere vorm van het christendom aanhingen (respectievelijk de [[Russisch-orthodoxe Kerk]], het [[rooms-katholicisme]] en het [[protestantisme]]) was geen probleem. De drie landen hadden jarenlang samen gevochten tegen de Franse Revolutie en Napoleon. Ook waren de drie landen al verenigd in een ander antirevolutionair bondgenootschap, de [[Quadruple Alliantie (1814)|Quadruple Alliantie]]. De Heilige Alliantie en Quadruple Alliantie werden dan ook al snel met elkaar vereenzelvigd.
Regel 10:
Na het vormen van de Heilige Alliantie traden alle vorsten van Europa toe tot het bondgenootschap, met uitzondering van de koning van [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Groot-Brittannië]], die om constitutionele redenen niet kon toetreden (maar wel als koning van [[Hannover (land)|Hannover]] toetrad) en de sultan van het [[Ottomaanse Rijk]], die vanwege het christelijke karakter van de alliantie niet werd uitgenodigd om toe treden. Ook de [[paus]] trad niet toe tot de Heilige Alliantie; de rooms-katholieke Kerk was onverschillig of zelfs vijandelijk tegenover het bondgenootschap vanwege het interreligeuze karakter en het feit dat het door een niet-katholieke vorst was gevormd.
 
Politiek gezien was het verdrag een redelijk vaag en weinigzeggend dokumentdocument; het was in de eerste plaats een religieus manifest. De vorsten beloofden alleen om volgens de christelijke principes van liefde, gerechtigheid en barmhartigheid te handelen en de christelijke moraliteit niet alleen in het privéleven maar ook het publieke leven als leiddraadleidraad te gebruiken. De alliantie werd alleen serieus genomen door tsaar Alexander I. De machtige Oostenrijkse staatsman [[Klemens von Metternich|Metternich]] noemde het een "hoop herrie over niets" en de Britse minister van buitenlandse zaken [[Henry Robert Stewart|Castlereagh]] deed het af als "subliem mysticisme en nonsens". In handen van reactionaire staatsmannen als Metternich werd de alliantie echter al snel omgevormd tot een instrument van de Quadruple Alliantie om in naam van het christendom elke poging tot liberale hervorming neer te slaan.
 
Met het uiteenvallen van de Quadruple Alliantie in 1823, de dood van tsaar Alexander I in 1825 en de [[Belgische Revolutie]] en [[Julirevolutie]] in 1830 was het in feite afgelopen met de Heilige Alliantie. Rusland, Oostenrijk en Pruisen reactiveerden de alliantie echter met de [[Conventie van Berlijn]] in 1833. Met het uitbreken van de [[Krimoorlog]] in 1848 was het definitief afgelopen met de Heilige Alliantie.