Caspar Netscher: verschil tussen versies

Al op jonge leeftijd ging hij in [[Arnhem]] in de leer bij de schilder [[Hendrik Coster]]. Hij rondde zijn opleiding af in het atelier van [[Gerard ter Borch]] in [[Deventer]]. In [[1658]] of [[1659]] trok Netscher naar [[Den Haag]]. In [[1659]] vertrok hij op weg naar [[Italië]], maar kwam niet verder dan [[Bordeaux (stad)|Bordeaux]], waar hij ging wonen. Hij ontmoette er zijn latere echtgenote Margaretha Godijn. In [[1662]] keerde hij met gezin terug naar Den Haag, waar hij op 25 oktober toetrad tot het Haagse schildersgilde [[Pictura]]. Netscher stierf op [[15 januari]] [[1684]].

Aanvankelijk schilderde Netscher eenvoudige genrestukken van een klein formaat, die de invloed van Terborch verraden. Maar in de jaren zestig ging hij meer voorname onderwerpen schilderen. Hij maakte ook veel portretten in de elegante Haagse hofstijl, onder meer van stadhouder [[Willem III van Holland|Willem III]]. In de jaren zeventig ontving Netscher hoge prijzen voor zijn werk. Omdat er een erg grote vraag naar zijn werken was, moest hij assistenten inschakelen. Caspar Netscher had een rijke stofsuggestie: hij was heel goed in het weergeven van [[zijde (textiel)|zijde]] en [[brokaat]]. Verder zijn er ook historiestukken, landschappen en tekeningen van de hand van Netscher bewaard gebleven. De zonen van Caspar Netscher, [[Theodoor Netscher|Theodoor]] ([[1660]] [[Bordeaux (stad)|Bordeaux]]-[[1732]] [[Hulst (Nederland)|Hulst]]) en [[Constantijn Netscher|Constantijn]] ([[1668]] Den Haag-[[1723]] Den Haag), werkten in de trant van hun vader.