Polaire covalente binding: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ms2ger (overleg | bijdragen)
k +de:
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''polaire atoombinding''' is een vorm van [[atoombinding]], die voorkomt wanneer [[atoom|atomen]] van twee verschillende elementen met verschillende [[elektronegativiteit]]en zich binden. Hierdoor ontstaat eener een ongelijke verdeling van [[elektron]]en. Voorbeelden van moleculen met polaire atoombindingen zijn [[water]] (H<sub>2</sub>0) en waterstofchloride (HCl).De covalentie-elektronen in dit soort bindingen worden sterker aangetrokken door het meest elektronegatieve atoom dan door het minder elektronegatieve. Daardoor ontstaat een [[molecuul]] dat aan de ene kant licht positief geladen is, en aan de andere kant licht negatief.
 
In [[waterstofchloride]] bijvoorbeeld, heeft het [[chloor]]atoom een grotere aantrekkingskracht op de elektronen dan het [[waterstof]]atoom. Omdat elektronen negatief geladen zijn, wordt het chlooratoom licht negatief, en het waterstofatoom wordt door een vermindering van de invloed van negatieve elektronen licht positief. In watermoleculen is het zuurstofatoom licht negatief geladen, terwijl de waterstofatomen positief zijn.
 
Door een polaire atoombinding ontstaat een dipoolmolecuul, ook wel een [[polair molecuul]] genoemd. Ze werken als kleine magneetjes, zodat ze andere dipoolmoleculen aantrekken. De wijze waarop meerdere dipoolmoleculen bij elkaar blijven hangen, wordt de [[dipool-dipoolbinding]] genoemd.
 
Eigenlijk is "de polaire atoombinding" op te vatten als de overgang van de zuivere atoombinding naar de [[ionbinding]]
 
[[Categorie:Chemische binding]]