Improvisatie (muziek): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kleine precisering en toevoeging
Oscar (overleg | bijdragen)
k lnfx
Regel 7:
In de [[klassieke muziek]] was het [[Geschiedenis van de klassieke muziek|vroeger]] gebruikelijk, dat eenieder ook leerde improviseren. In de [[Middeleeuwen]] kende men het [[Contrapunt|contrapunctus alla mente]], waarbij over een vaste stem ([[cantus firmus]]) twee- tot driestemmig werd geïmproviseerd. In de [[barokmuziek|barok]] bestond er de improvisatietraditie van de [[basso continuo]], waarbij de [[akkoord (muziek)|akkoorden]] vaststonden, maar de exacte speelwijze aan de fantasie van de speler(s) werd overgelaten. [[Johann Sebastian Bach|Bach]] was bijvoorbeeld in staat zesstemmige [[fuga]]'s te improviseren, hetgeen het nodige muzikale [[wiskunde|rekenwerk]] met zich meebrengt.
 
Vandaag de dag is de gemiddelde klassiek geschoolde muzikant niet meer in staat te improviseren omdat daaraan in de muziekopleidingen in het algemeen geen aandacht wordt besteed. Er is echter ook een tendens om juist de improvisatievaardigheid bij klassieke musici weer te vergroten. Ook het [[A vue spel(muziek)|van blad spelen]] speelt daarbij een belangrijke rol.
 
Improvisatie wordt veel toegepast in de [[jazz]], waarbij in het algemeen over een vast [[akkoordenschema]] [[melodie|melodisch]] wordt geïmproviseerd. Er bestaan ook vrijere vormen van jazzimprovisatie, zoals [[A Love Supreme]] van [[John Coltrane]] laat zien; Coltranes concept hier is puur melodisch [[thema (muziek)|thematisch]] van opzet. De [[Harmonieleer|harmonieën]] (de akkoorden) worden hier ook geïmproviseerd. In de [[free jazz]] ligt doorgaans niets van tevoren vast.