Metamorfe facies
Metamorfe facies
16 kbar blauwschist eclogiet
12 kbar
8 kbar groenschist amfiboliet granuliet
6 kbar prehniet-pumpellyiet
4 kbar zeoliet alb-epi hfels hbl hornfels px hornfels sanidiniet
200 °C 400 °C 600 °C 800 °C 1000 °C
druk temperatuur

De zeolietfacies[1] is de metamorfe facies met de laagste graad van metamorfose. Bij temperaturen en drukken lager dan de zeolietfacies vindt diagenese plaats. De facies is genoemd naar het voorkomen van zeolieten, sterk gehydrateerde tectosilicaten.

Zoals bij alle metamorfe facies wordt de zeolietfacies vastgesteld aan de hand van bepaalde mineralen die gewoonlijk middels onderzoek naar slijpplaatjes worden gedetermineerd. In metamorfe stollingsgesteenten, grauwackes en pelieten zijn de volgende mineraalsamenstellingen typerend voor de zeolietfacies:

Mineraalassemblages bewerken

Metastollingsgesteenten en grauwackes bewerken

Metapelieten bewerken

Zie ook bewerken