Wereldkampioenschap schaatsen allround

Het wereldkampioenschap schaatsen allround is een tweejaarlijks schaatsevenement met een kampioenschap voor mannen en een kampioenschap voor vrouwen. Per kampioenschap worden vier afstanden verreden. Op basis van de gereden tijden wordt er een klassement opgesteld en zowel bij de mannen als vrouwen een wereldkampioen aangewezen.

Oscar Mathisen werd vijfmaal wereldkampioen schaatsen allround.

Tot 1996 werden de beide kampioenschappen separaat gehouden op verschillende tijdstippen en verschillende locaties. Vanaf 1996 vonden ze tegelijkertijd plaats. In niet-olympische jaren werden de kampioenschappen begin februari gehouden en in olympische jaren halverwege maart. Sinds 2014 vindt dit toernooi elk jaar halverwege maart plaats, dus ook in de niet-olympische jaren. Tot 2020 werd het WK allround jaarlijks verreden – sinds 2020 gebeurt dit elke twee jaar (in de even jaren)[1]. Ook werd het toernooi vanaf dat jaar gecombineerd met het WK sprint, dat sindsdien op dezelfde locatie gehouden wordt, op aaneensluitende dagen met het WK allround.

Zie Wereldkampioenschappen schaatsen allround mannen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie Wereldkampioenschappen schaatsen allround vrouwen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Edities bewerken

Editie Jaar Plaats IJsbaan Datum Landen Deelnemers
M V Totaal M V
↓ ISU-kampioenschappen mannen/vrouwen gezamenlijk ↓
Wereldkampioenschap allround: tweejaarlijks, in de even jaren ↓
↓ Wereldkampioen: degene met de minste totaalpunten ↓
116 80 2024   Inzell Max Aicher Arena 8-10 maart
115 79 2022   Hamar Vikingskipet 5-6 maart 38 20 18
Wereldkampioenschap allround: jaarlijks
114 78 2020   Hamar Vikingskipet 29 februari-1 maart 48 24 24
113 77 2019   Calgary Olympic Oval 2-3 maart 48 24 24
112 76 2018   Amsterdam Olympisch Stadion 9-11 maart 48 24 24
111 75 2017   Hamar Vikingskipet 4-5 maart 48 24 24
110 74 2016   Berlijn Sportforum Hohenschönhausen 5-6 maart 48 24 24
109 73 2015   Calgary Olympic Oval 7-8 maart 48 24 24
108 72 2014   Heerenveen Thialf 22-23 maart 46 24 22
107 71 2013   Hamar Vikingskipet 16-17 februari 48 24 24
106 70 2012   Moskou Krylatskoje 18-19 februari 48 24 24
105 69 2011   Calgary Olympic Oval 12-13 februari 48 24 24
104 68 2010   Heerenveen Thialf 19-21 maart 48 24 24
103 67 2009   Hamar Vikingskipet 7-8 februari 48 24 24
102 66 2008   Berlijn Sportforum Hohenschönhausen 9-10 februari 48 24 24
101 65 2007   Heerenveen Thialf 9-11 februari 47 23 24
100 64 2006   Calgary Olympic Oval 18-19 maart 48 24 24
99 63 2005   Moskou Krylatskoje 5-6 februari 48 24 24
98 62 2004   Hamar Vikingskipet 7-8 februari 48 24 24
97 61 2003   Göteborg Ruddalens Idrottsplats 8-9 februari 48 24 24
96 60 2002   Heerenveen Thialf 15-17 maart 48 24 24
95 59 2001   Boedapest Városligeti Műjégpálya 10-11 februari 48 24 24
94 58 2000   Milwaukee Pettit National Ice Center 5-6 februari 48 24 24
93 57 1999   Hamar Vikingskipet 6-7 februari 48 24 24
92 56 1998   Heerenveen Thialf 13-15 maart 65 37 28
91 55 1997   Nagano M-Wave 14-16 februari 66 36 30
90 54 1996   Inzell Ludwig Schwabl Stadion 2-4 februari 69 41 28

Statistieken bewerken

Medailleklassement bewerken

Bijgewerkt tot en met de WK allround van 2022
 Plaats  Land   Goud   Zilver   Brons Totaal
1   Nederland 56 30 51 137
2   Noorwegen 40 40 40 120
3   Sovjet-Unie 32 38 30 100
4   Finland 12 14 5 31
5   Duitsland 12 12 6 30
6   DDR 10 9 6 25
7   Verenigde Staten 10 6 12 28
8   Tsjechië 5 2 1 8
9   Canada 4 6 5 15
10   Zweden 4 3 6 13
11   Rusland 3 6 3 12
12   Oostenrijk 2 3 2 7
13   Japan 1 5 6 12
14   Italië 1 3 3 7
15   Hongarije 1 0 0 1
16   Frankrijk 0 1 0 1
  Kazachstan 0 1 0 1
  Letland 0 1 0 1
  Noord-Korea 0 1 0 1
  Verenigd Koninkrijk 0 1 0 1
21   België 0 0 3 3
22   Polen 0 0 1 1
  Roemenië 0 0 1 1
Onafhankelijk 0 0 1 1[2]
Onbeslist 7 18 18 43[3]
Totaal * 200 200 200 600
* Inclusief de vier Pré ISU-kampioenschappen

Meervoudige winnaars bewerken

Bijgewerkt tot en met de WK allround van 2022
Top 40
Plaats Schaatser       Totaal Kampioen in:
1   Sven Kramer 9 0 3 12 2007, 2008, 2009, 2010, 2012,
2013, 2015, 2016, 2017
2  /  Gunda Niemann 8 2 0 10 1991, 1992, 1993, 1995, 1996,
1997, 1998, 1999
3   Ireen Wüst 7 3 2 12 2007, 2011, 2012, 2013, 2014,
2017, 2020
4   Martina Sáblíková 5 2 1 8 2009, 2010, 2015, 2016, 2019
5   Karin Enke 5 2 0 7 1982, 1984, 1986, 1987, 1988
6   Clas Thunberg 5 1 1 7 1923, 1925, 1928, 1929, 1931
7   Oscar Mathisen 5 1 0 6 1908, 1909, 1912, 1913, 1914
8   Ivar Ballangrud 4 4 3 11 1926, 1932, 1936, 1938
9   Rintje Ritsma 4 2 3 9 1995, 1996, 1999, 2001
10   Inga Artamonova 4 2 0 6 1957, 1958, 1962, 1965
11   Atje Keulen-Deelstra 4 0 0 4 1970, 1972, 1973, 1974
12   Ard Schenk 3 2 2 7 1970, 1971, 1972
13   Michael Staksrud 3 2 1 6 1930, 1935, 1937
  Valentina Stenina 3 2 1 6 1960, 1961, 1966
15   Oleg Goncharenko 3 2 0 5 1953, 1956, 1958
  Patrick Roest 3 2 0 5 2018, 2019, 2020
17   Johann Olav Koss 3 1 1 5 1994, 1991, 1990
  Anni Friesinger 3 1 1 5 2001, 2002, 2005
19   Eric Heiden 3 1 0 4 1977, 1978, 1979
20   Jaap Eden 3 0 0 3 1893, 1895, 1896
  Laila Schou Nilsen 3 0 0 3 1935, 1937, 1938
  Maria Isakova 3 0 0 3 1948, 1949, 1950
  Hjalmar Andersen 3 0 0 3 1950, 1951, 1952
24   Stien Kaiser 2 4 2 8 1967, 1968
25   Ids Postma 2 4 1 7 1997, 1998
26   Andrea Mitscherlich 2 4 0 6 1983, 1985
27   Verné Lesche 2 3 1 6 1939, 1947
28   Cindy Klassen 2 2 1 5 2003, 2006
29   Bernt Evensen 2 1 3 6 1927, 1934
  Lidia Skoblikova 2 1 3 6 1963, 1964
31   Lidija Selichova 2 1 2 5 1952, 1954
32   Natalja Petroeseva 2 1 1 4 1980, 1981
  Shani Davis 2 1 1 4 2005, 2006
34   Knut Johannesen 2 1 0 3 1957, 1964
35   Kees Verkerk 2 0 3 5 1966, 1967
36   Hilbert van der Duim 2 0 2 4 1980, 1982
37   Peder Østlund 2 0 0 2 1898, 1899
  Nikolay Strunnikov 2 0 0 2 1910, 1911
  Hein Vergeer 2 0 0 2 1985, 1986
  Gianni Romme 2 0 0 2 2000, 2003