De vrijstaat Coburg was een republiek die op 14 november 1918 van het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha werd afgescheiden en op 1 juli 1920 in de vrijstaat Beieren opging.

Freistaat Coburg
 Hertogdom Saksen-Coburg en Gotha 1918 – 1920 Vrijstaat Beieren 
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Coburg
Oppervlakte 562 km²
Bevolking 74.340 (1920)
Talen Duits
Religie(s) Protestants
Munteenheid Mark
Regering
Regeringsvorm Republiek
Exclave Königsberg
Grenssteen: de Dreiherrenstein bij het voormalige drielandenpunt bij Weitramsdorf (Koninkrijk Beieren - Hertogdom Saksen-Meiningen - Hertogdom Saksen-Coburg)

Geschiedenis bewerken

Wilhelm Bock (USPD) verklaarde in de Novemberrevolutie op 9 november 1918 te Gotha hertog Karel Eduard voor afgezet. De volgende dag werd de Coburger landdag heengezonden en een Arbeiders- en Soldatenraad opgericht.

Daar de gemeenschappelijke landdag van het voorheen in personele unie geregeerde dubbelhertogdom Saksen-Coburg en Gotha de Arbeiders- en Soldatenraad niet erkende, trok de USPD-fractie zich daaruit nog diezelfde maand terug en bewerkstelligde zo de facto de opsplitsing van Saksen-Gotha en Saksen-Coburg. De eerstgenoemde staat, het noordelijke deel van Saksen-Coburg en Gotha, vormde sindsdien de Vrijstaat Gotha, de laatstgenoemde, het zuidelijke deel, de Vrijstaat Coburg. Karel Eduard deed op 14 november formeel troonsafstand.

De elf leden tellende Coburger Nationale Vergadering nam op 10 maart 1919 met het Vorläufiges Gesetz über die Gesetzgebung und Verwaltung im Freistaate Coburg een provisorische grondwet aan. Op 12 april 1919 kwam met het ondertekenen van de Staatsvertrag über die Verwaltung der gemeinschaftlichen Angelegenheiten der Freistaaten Coburg und Gotha de opsplitsing van Coburg en Gotha uiteindelijk geheel tot stand.

Op 7 juni 1919 trof de regering een regeling met hertog Karel Eduard, volgens welke hij voor het afstaan van zijn domeinen, kunstschatten en enige kastelen een schadeloosstelling van 1,5 miljoen mark ontving.

Op 30 november 1919 vond te Coburg het eerste democratische referendum in Duitsland plaats over de positie van de vrijstaat. Met een opkomst van 70% stemde - met name vanwege de voedselschaarste en de overwegend linkse gezindheid van de kiezers - 88% van de bevolking tegen aansluiting bij de vrijstaat Thüringen. Een verdrag regelde op 14 februari 1920 een vereniging met de vrijstaat Beieren, die op 1 juli werd voltrokken.

De huidige landkreis Coburg en de stad Coburg beslaan in wezen het gebied van de oude vrijstaat.

Bestuur bewerken

Ministerie-Quarck (1918-1919) bewerken

Ministerie-Klingler (1919-1920) bewerken

Steden en gemeenten bewerken

4 steden bewerken

139 gemeenten bewerken

Uitslag referendum bewerken

Stem Aantal (absoluut) Aantal (%)
Stemmers 29.624 70
Geldige stemmen 29.568 99,81
Tegen aansluiting bij Thüringen 26.102 88,28
Voor aansluiting bij Thüringen 3466 11,72