Viola epipsila

Plant uit het geslacht Viola (viooltje)

Viola epipsila is een kruidachtige plant uit de viooltjesfamilie (Violaceae), die vooral te vinden is in veengebieden in Noord-Europa.

Viola epipsila
Viola epipsila
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Malpighiales
Familie:Violaceae (Viooltjesfamilie)
Geslacht:Viola (Viooltjes)
Soort
Viola epipsila
Ledeb. (1820)
Viola epipsila, habitus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Viola epipsila op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De plant lijkt zeer sterk op het algemenere moerasviooltje.

Naamgeving en etymologie bewerken

  • Engels: : Dwarf Marsh Violet
  • Noors: Stor myrfiol
  • Zweeds: Mossviol

De botanische naam Viola is Latijn voor 'purperen bloem'.

Kenmerken bewerken

Viola epipsila is een overblijvende, kruidachtige plant met een 8 tot 15 cm lange, opgerichte, onbehaarde bloemstengel. Hij plant zicht voort met een dunne, kruipende wortelstok. De fijn getande, hartvormige bladeren staan in een wortelrozet en zijn enkel aan de onderzijde op de nerven licht behaard.

De bloemen zijn 1,5 tot 2 cm groot, lichtpaars of wit en zwakgeurend. De bloemlip is paars geaderd. Er is een spoor aanwezig. De schutblaadjes bevinden zich boven het midden van de stengel, in tegenstelling tot die bij het moerasviooltje, die ongeveer in het midden van de stengel zijn ingeplant.

 
Detail van de bloem met schutblaadjes

De vrucht is een 1 mm lange doosvrucht.

V. epipsila bloeit van mei tot juni.

Habitat en verspreiding bewerken

V. epipsila komt vooral voor in gebieden, moerassen, vochtige bossen en beekoevers.

Hij is te vinden in Rusland, Finland, Scandinavië en in het noorden van de Verenigde Staten en wordt als een relict uit de laatste ijstijd beschouwd.

Verwante en gelijkende soorten bewerken

V. epipsila kan onderscheiden worden van het moerasviooltje door de iets langere bloemstengel, de hoger op de stengel geplaatste schutblaadjes, en de licht behaarde nerven op de onderzijde van de bladeren.

Beide soorten komen voor in dezelfde biotopen.