Sjuck van Welderen Rengers

politicus

Sjuck van Welderen baron Rengers (Groningen, 8 november 1799 - Leeuwarden, 22 oktober 1870) was een Nederlands politicus.

Sjuck van Welderen Rengers
Sjuck van Welderen Rengers
Geboren Groningen, 8 november 1799
Overleden Leeuwarden, 22 oktober 1870
Partij regeringsgezind (onder Willem I en Willem II);
gematigd liberaal
Religie Gereformeerd (Ned. Hervormd)
Titulatuur Mr.
Functies
1823-1830 lid Provinciale Staten van Friesland
1823-1851 grietman van Wymbritseradeel
1830-1842 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
1843-1845 lid Provinciale Staten van Friesland
1845-1850 lid Eerste Kamer der Staten-Generaal
1850-1870 lid Provinciale Staten van Friesland
1851-1853 burgemeester van Wymbritseradeel
1853-1870 lid Gedeputeerde Staten van Friesland
Website
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Rengers werd 17 november 1799 gedoopt in de Martinikerk. Hij was een zoon van Bernard Walraad van Welderen baron Rengers (1777-1823) en diens vrouw Louise Christina Alberda van Bloemersma (1778-1855). In 1811 verhuisde het gezin naar de Epemastate in IJsbrechtum. Hij studeerde letteren in Groningen en vervolgens Romeins en hedendaags recht in Utrecht.

Loopbaan bewerken

Hij werd in 1823, net als zijn vader, groot- en overgrootvader voor hem, grietman in Wymbritseradeel. Na de grondwetsherziening van 1848, werd in 1851 een nieuwe Gemeentewet ingevoerd, waarbij het grietmanschap werd afgeschaft en hij burgemeester werd. Rengers was het hier niet mee eens en trad eind 1853 af.[1]

Naast grietman was Rengers onder meer lid van de Provinciale Staten van Friesland (1823-1830, 1843-1845 en 1850-1870), lid van de Tweede Kamer (1826-1842), lid van de Eerste Kamer (1845-1850) en lid van Gedeputeerde Staten van Friesland (1853-1870).[2] Hij werd meerdere keren onderscheiden en was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Orde van de Eikenkroon.

Voorganger:
Bernard Walraad van Welderen Rengers
Grietman van Wymbritseradeel
1823-1851
Opvolger:
-
Voorganger:
-
Burgemeester van Wymbritseradeel
1851-1853
Opvolger:
M. Bakker