Resolutie 478 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 478 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 20 augustus 1980 uitgevaardigd. Deze resolutie werd aangenomen met veertien tegen nul stemmen, bij één onthouding door de Verenigde Staten. De Veiligheidsraad verklaarde de nieuwe Israëlische wet die Jeruzalem uitriep tot "eeuwige en ondeelbare hoofdstad" nietig en riep landen met diplomatieke missies in deze stad op deze daar weg te halen.

Resolutie 478
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 20 augustus 1980
Nr. vergadering 2245
Code S/RES/478
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Israëlisch administratief ingrijpen in Jeruzalem
Beslissing De Israëlische wet die Jeruzalem tot eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël maakt is nietig; oproep om diplomatieke missies in Jeruzalem terug te trekken.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1980
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Bangladesh Bangladesh · Vlag van Duitse Democratische Republiek DDR · Vlag van Jamaica Jamaica · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Niger Niger · Vlag van Noorwegen Noorwegen · Vlag van Filipijnen (1936-1985 en 1986-1998) Filipijnen · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Tunesië (1959-1999) Tunesië · Vlag van Zambia Zambia
Jeruzalem

Achtergrond bewerken

  Zie Oost-Jeruzalem en Jeruzalemwet voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Na de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 was de stad Jeruzalem in tweeën gedeeld. Het moderne West-Jeruzalem was in Israëlische handen. Het oude deel van stad was veroverd en vervolgens geannexeerd door Jordanië. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 veroverde Israël dit deel van de stad en begon het opnieuw in te palmen. Oost-Jeruzalem werd bestuurlijk samengevoegd met West-Jeruzalem. Vervolgens verschenen de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem, waaraan de Palestijnen steeds meer grondgebied verloren.

Op 30 juli 1980 nam de Knesset een basiswet aan die van Jeruzalem de "eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël" maakte, ondanks dat de Veiligheidsraad het land had verzocht hierop terug te komen.

Inhoud bewerken

De basiswet aangaande Jeruzalem en Israëls weigering te voldoen aan de resoluties van de Veiligheidsraad werden in de krachtigste bewoordingen veroordeeld. De wet was een schending van het internationaal recht. De Vierde Geneefse Conventie inzake de bescherming van burgers in oorlogstijd bleef van toepassing in de gebieden die Israël in 1967 bezette, waaronder ook Oost-Jeruzalem. Elke wet of bestuurlijke maatregel door Israël als bezettingsmacht opgelegd in Jeruzalem, die het karakter en status van de stad zouden wijzigen, in het bijzonder de basiswet inzake Jeruzalem, was nietig en moest onverwijld worden ingetrokken. Deze wet stond een duurzame vrede in het Midden-Oosten in de weg.

De Veiligheidsraad besloot deze basiswet niet te erkennen. De raad riep alle lidstaten op om die beslissing te aanvaarden en diplomatieke missies die ze in Jeruzalem zouden hebben daar weg te halen.

Verwante resoluties bewerken

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 478 op de Engelstalige Wikisource.