Resolutie 1649 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1649 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 21 december 2005 en breidde het wapenembargo in de Democratische Republiek Congo uit naar de leiders van gewapende groepen uit het buitenland en Congolese milities.

Resolutie 1649
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 21 december 2005
Nr. vergadering 5340
Code S/RES/1649
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflicten in het Grote Merengebied
Beslissing Breidde het wapenembargo verder uit.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2005
Permanente leden
Niet-permanente leden
De door de verschillende gewapende groepen, gelieerd aan de buurlanden, gecontroleerde gebieden van Congo in juni 2003.

Achtergrond bewerken

  Zie Congolese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1994 braken in de Democratische Republiek Congo etnische onlusten uit die onder meer werden veroorzaakt door de vluchtelingenstroom uit de buurlanden Rwanda en Burundi. In 1997 beëindigden rebellen de lange dictatuur van Mobutu en werd Kabila de nieuwe president. In 1998 escaleerde de burgeroorlog toen andere rebellen Kabila probeerden te verjagen. Zij zagen zich gesteund door Rwanda en Oeganda. Toen hij in 2001 omkwam bij een mislukte staatsgreep werd hij opgevolgd door zijn zoon. Onder buitenlandse druk werd afgesproken verkiezingen te houden die plaatsvonden in 2006 en gewonnen werden door Kabila. Intussen zijn nog steeds rebellen actief in het oosten van Congo en blijft de situatie er gespannen.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

Nog steeds zorgden vijandelijkheden door milities en gewapende groepen uit het buitenland in het oosten van Congo-Kinshasa voor onrust omdat ze de bevolking, de opkomende verkiezingen en de stabiliteit in de regio bedreigden. De robuuste actie die door de MONUC-vredesmacht tegen deze groepen werd genomen werd verwelkomd. Alle gewapende groepen in het Grote Merengebied werden opgeroepen de wapens neer te leggen en de vrede te steunen. De landen in de regio — Congo, Rwanda, Burundi en Oeganda — werden opgeroepen beter samen te werken om illegale gewapende groepen te ontwapenen.

Handelingen bewerken

De Raad betreurde dat de gewapende groepen in Oost-Congo nog steeds gewapend waren en eiste dat ze vrijwillig ontwapenden. Voor een periode tot 21 juli 2006 werd het geldende wapenembargo uitgebreid naar de politieke- en militaire leiders van deze gewapende groepen en die van Congolese milities in vooral Ituri die vanuit het buitenland werden gesteund en die de ontwapening tegenhielden.

Verwante resoluties bewerken