Resolutie 1615 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1615 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 29 juli 2005 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad, en verlengde de waarnemingsmissie in Abchazië met een half jaar.
Resolutie 1615 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 29 juli 2005 | |
Nr. vergadering | 5242 | |
Code | S/RES/1615 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Georgisch-Abchazisch conflict | |
Beslissing | Verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie met 6 maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2005 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Algerije · Argentinië · Benin · Brazilië · Denemarken · Griekenland · Japan · Filipijnen · Roemenië · Tanzania
| ||
Georgië met Abchazië en ook Zuid-Ossetië.
|
Achtergrond bewerken
Op het einde van de jaren 1980 wilde de Abchazische minderheid in Abchazië onafhankelijk worden van Georgië, waartoe ze behoorden, terwijl de Georgiërs wel de meerderheid van de bevolking uitmaakten. De Georgiërs zagen dat niet zitten en in 1992 leidde de situatie tot een gewapend conflict. Daarbij raakte ook grote buur Rusland betrokken, die het voor de Abchazen opnam. Begin 1993 braken zware gevechten uit om de Abchazische hoofdstad Soechoemi, die kortstondig waren onderbroken door een staakt-het-vuren.
Inhoud bewerken
Waarnemingen bewerken
De daders die een UNOMIG-helikopter neerschoten op 8 oktober 2001, waarbij negen doden waren gevallen, waren nog steeds niet gevonden. Ook zaten de onderhandelingen over het conflict in Abchazië nog steeds vast. Wel waren er enkele positieve signalen te merken in het vredesproces.
Handelingen bewerken
Men betreurde dat geen vooruitgang was geboekt bij de onderhandelingen over de politieke status van Abchazië. Het document basisprincipes voor de bevoegdheidsverdeling tussen Tbilisi en Soechoemi dat door de bemiddelaars op tafel was gelegd moest hierbij helpen. Beide partijen moesten ook concessies doen. Vooral de Abchazen weigerden op de inhoud van het document te praten. De partijen werden opgeroepen het vredesproces nieuw leven in te blazen en te zorgen voor de terugkeer van de vluchtelingen.
De Abchazen werden opgeroepen de ordehandhaving te verbeteren en te zorgen dat etnisch-Georgiërs kunnen worden geholpen in hun eigen taal. Georgië spande zich in om een einde te maken aan de activiteiten van gewapende groepen.
Ten slotte werd het mandaat van de UNOMIG-waarnemers in Georgië verlengd tot 31 januari 2006, en werd secretaris-generaal Kofi Annan gevraagd binnen de drie maanden te rapporteren over de situatie in Abchazië.