Resolutie 1157 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1157 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, een resolutie over Angola, werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 20 maart 1998. De resolutie breidde de MONUA-waarnemingsmacht uit met 83 waarnemers.

Resolutie 1157
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 20 maart 1998
Nr. vergadering 3863
Code S/RES/1157
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in Angola
Beslissing Breidde de MONUA-missie uit.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
De kustlijn van Benguela.

Achtergrond bewerken

  Zie Geschiedenis van Angola voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat Angola in 1975 onafhankelijk was geworden van Portugal keerden de verschillende onafhankelijkheidsbewegingen zich tegen elkaar om de macht. Onder meer Zuid-Afrika en Cuba bemoeiden zich in de burgeroorlog, tot ze zich in 1988 terugtrokken. De VN-missie UNAVEM I zag toe op het vertrek van de Cubanen. Een staakt-het-vuren volgde in 1990, en hiervoor werd de UNAVEM II-missie gestuurd. In 1991 werden akkoorden gesloten om democratische verkiezingen te houden die eveneens door UNAVEM II zouden worden waargenomen.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

De Veiligheidsraad betreurde dat UNITA de resterende taken van het Lusaka-Protocol niet binnen het afgesproken tijdsschema had uitgevoerd. De organisatie had wel gemeld dat haar troepen sinds 6 maart volledige gedemobiliseerd waren. De Angolese regering van nationale eenheid en verzoening had UNITA op 11 maart de status van legitieme politieke partij gegeven.

Handelingen bewerken

De Veiligheidsraad benadrukte dat de regering en UNITA het vredesakkoord onmiddellijk en onvoorwaardelijk moesten uitvoeren. Intussen zou er al worden begonnen met de terugtrekking van het militaire component van de waarnemingsmissie MONUA die tegen 1 juli moest zijn voltooid. Het aantal politiewaarnemers zou geleidelijk worden opgetrokken tot 83 om te helpen met de normalisatie van het staatsgezag en de opleiding van de Nationale Politie. Secretaris-generaal Kofi Annan werd gevraagd tegen 17 april te rapporteren over de uitvoering van het vredesproces en de beëindiging van MONUA en het vertrek van de VN al voor te bereiden. De Veiligheidsraad veroordeelde sterk de aanvallen van UNITA-leden op MONUA. Ten slotte herhaalde de raad dat een ontmoeting tussen de president van Angola, José Eduardo dos Santos, en de leider van UNITA, Jonas Savimbi, het vredesproces zou kunnen versnellen.

Verwante resoluties bewerken