Een nietje is een pennetje van afgeplat metaaldraad met daarin twee hoeken van 90 graden waardoor het een lange zijde met twee kortere pootjes wordt. Een nietje wordt gebruikt als bevestigingsmateriaal. De term werd vroeger ook wel gebruikt voor een kleine klinknagel, in het Duits heet een klinknagel Niet.

Nietjes

Achtergrond bewerken

Een nietje wordt met behulp van een nietmachine met de pootjes door bijvoorbeeld een paar vellen papier gedrukt en aan de achterkant worden de pootjes vervolgens naar elkaar toe gevouwen (soms van elkaar af), waardoor ze de vellen tegen elkaar klemmen. Nietjes worden ook gebruikt bij het stofferen van meubels, het vastzetten van gipsplaten en het bevestigen van elektrische draden aan de muur. Ze worden dan meestal met een nietpistool in hout geschoten. Als medische toepassing worden ze ook wel gebruikt bij het hechten van grote wonden.

Nietjes worden lichtjes aan elkaar gelijmd in reeksen van circa 50 stuks. Deze kunnen gemakkelijk in een nietmachine worden geladen. Nietjes zijn verkrijgbaar in enkele breedtematen en in diverse lengtematen. De breedte moet overeenkomen met die van de nietmachine; de lengte van de pootjes is bepalend voor de maximale dikte van de stapel aan elkaar te nieten papier.

100 vel 80 grams papier komt overeen met 10 mm hoogte. 3 mm extra heeft het nietje nodig om het te hechten papier vast te zetten. Het betekent in dit geval dat de inzet van nietjes 23/13 s nodig is.

Een nadeel van nietjes is dat ze op termijn kunnen gaan roesten. Voor het papier is roest zeer schadelijk. Uit documenten, die gearchiveerd worden, dienen daarom alle nietjes verwijderd worden. Dat geldt ook voor paperclips en andere ijzeren binders. Verkoperde nietjes dienen eveneens verwijderd te worden, op den duur kan hier ook roest ontstaan en wordt het papier aangetast.

In de negentiende eeuw werd een procedé uitgevonden, om boeken machinaal in te binden met behulp van nietjes. Veel van deze boeken zijn heden ten dage ernstig beschadigd geraakt door de papier-roest.

Bij tijdschriften worden de bladen meestal dubbelgevouwen en worden de nietjes in de vouwlijn aangebracht. Er bestaan ook nietjes waar in de afplatting een oogje zit. Deze nietjes zijn geschikt voor folders of tijdschriften en kunnen (als tenminste de nietjes op de juiste afstand van elkaar aangebracht zijn) in een ordner gestopt worden.

Standaarden bewerken

De meest voorkomende nietjes hebben een afmeting van 24/6 (DIN 7405). Andere veelvoorkomende maten zijn 13/6, 13/8, 24/8, 26/6 en 26/8. Het getal 24 staat voor de Duitse hechtdraadnorm, zijnde de draadsterkte. Het getal 6 geeft de pootlengte aan, dus dat de nietjes 6 mm hoog zijn.

Nietjes Hoogte papier Aantal vel Draad Ø mm Draadsterkte
23/6 2 mm 20-30 0,64 1000
23/8 4 mm 20-50 0,64 1000
23/10 6 mm 40-70 0,70 1200
23/12 8 mm 60-90 0,70 1200
23/13 9 mm 70-100 0,70 1500-1600
23/15 11 mm 90-140 0,70 1500-1600
23/17 13 mm 110-160 0,70 1500-1600
23/20 16 mm 140-200 0,75 1800-1900
23/24 20 mm 180-240 0,75 1800-1900
24/6 2 mm 2-30 0,60 800-1000
24/8 4 mm 20-50 0,60 1000-1200
24/10 6 mm 40-70 0,60 1400-1500
24/12 8 mm 60-90 0,60 1400-1500
26/6 2 mm 20-30 0,49 800-1000
26/8 4 mm 20-50 0,50 1400
50/8 4 mm 20-50 0,70 1700-1900
50/10 6 mm 40-70 0,70 1700-1900
50/12 8 mm 60-90 0,70 1700-1900
50/15 11 mm 90-140 0,75 1800-1900
50/17 13 mm 110-160 0,75 1800-1900
50/20 16 mm 140-200 0,75 1800-1900
60/10 6 mm 40-70 1,00 1800-1900
60/12 8 mm 60-90 1,00 1800-1900
60/15 11 mm 90-140 1,00 1800-1900
60/17 13 mm 110-160 1,00 1800-1900
60/20 16 mm 140-200 1,00 1800-1900
60/23 19 mm 170-230 1,00 1800-1900

Trivia bewerken

  • Omdat het woord 'niet' voor een hulpmiddel om iets te bevestigen homoniem is met de ontkenning 'niet', wordt het vaak gebruikt in cryptogrammen en taalgrappen. Een voorbeeld is Het Naaimachine Lied uit 1995 van André van Duin, waarin de tekst "een naaimachine naait en een nietmachine niet" voorkomt.[1][2] Zo wordt een ontnieter ook weleens gekscherend een 'weller' genoemd, omdat 'wel' het tegengestelde is van het ontkenningswoord 'niet'.[3]
  • Een nietje is tevens de aanduiding voor een op een nietje gelijkende in de grond verankerde beugel, dienende tot bevestiging van rijwielen.

Zie ook bewerken

Op andere Wikimedia-projecten