Lodewijk van Anjou

Lodewijk van Anjou (1427 - 1445) was een zoon van René I van Anjou en Isabella I van Lotharingen, hertogen van Lotharingen en Bar.

Als kind werd hij als gijzelaar gebruikt tijdens de gevangenschap van zijn vader door de hertog van Bourgondië, Filips de Goede. Hij werd later markgraaf van Pont-à-Mousson; zijn ouders kochten voor hem de heerlijkheid van Commercy met de Château-Bas[1]. Hij was ongehuwd.