Lineaire transformatie

In de lineaire algebra, een deelgebied van de wiskunde, is een lineaire transformatie een lineaire afbeelding van een vectorruimte naar zichzelf.

Eindigdimensionale geval bewerken

Lineaire transformatie vastgelegd door de beelden van een basis bewerken

Een lineaire transformatie werkt altijd op een vectorruimte   van een gegeven aantal   dimensies. De lineaire transformatie   wordt vastgelegd door de beelden   van een geordende basis   van  . Een willekeurige vector   met coördinaten   ten opzichte van deze basis wordt immers afgebeeld op:

 

Matrix van een lineaire transformatie bewerken

Door de keuze van een geordende basis   in   wordt de lineaire transformatie   geheel bepaald door de matrix   die als elementen de coördinaten van de beelden van de basisvectoren heeft. Deze beelden worden bepaald door:

 ,

Voor het beeld   van   geldt dus:

 .

zodat:

 .

Dit komt neer op het matrixproduct van de kolomvector   van de coördinaten van   met de matrix  , met als resultaat de kolomvector   van de coördinaten van  :

 .

Uitgeschreven ziet dat er zo uit:

 ,

waarin  . De matrix   die de transformatie   representeert, heeft dus als kolommen de coördinaten van de beelden van de basisvectoren.

Voorbeeld bewerken

De lineaire transformatie   van de vectorruimte   beeldt de basisvectoren (1,0) en (0,1) op de vectoren (3,2) en (5,4) af. Daarmee is   geheel vastgelegd. De matrix van   is dan

 .

Het beeld van bijvoorbeeld de vector   heeft de coördinaten:

 .

Dus is  .

Determinant, rang en nulruimte bewerken

Een lineaire transformatie kan bijectief zijn. De determinant van de matrix van de transformatie is dan verschillend van 0 en de matrix heeft volle rang, wat onder andere inhoudt dat de kolommen onderling onafhankelijk zijn. De matrix   is in dit geval regulier en de kern ervan bestaat alleen uit de nulvector.

Als de transformatie geen inverse heeft, is de determinant van de matrix gelijk aan 0. De rang van de matrix is dan kleiner dan de dimensie van de ruimte, dus zijn de kolommen niet onderling onafhankelijk. De beelden van de basisvectoren spannen dan een deelruimte op van een kleinere dimensie. Er is een deelruimte, de nulruimte of kern van de transformatie, die op de nulvector wordt afgebeeld.

Lineaire transformaties van het vlak bewerken

Lineaire transformaties van de   kunnen worden beschreven door een 2×2-matrix  . Kiest men de eenheidsvectoren als basis dan zijn de kolommen van  , als vector gezien, de beelden van de eenheidsvectoren. Enkele voorbeelden:

Identiteit bewerken

Ieder punt wordt op zichzelf afgebeeld.

 .

Rotatie bewerken

Een rotatie van 90° tegen de klok in:

 

Een rotatie over een hoek   tegen de klok in:

 .

Spiegeling bewerken

Spiegeling om de  -as:

 .

Schaling bewerken

Een homothetie met factor 2:

 .

Een schaling met een factor   in de horizontale richting en een factor   in de verticale richting:

 .

Afschuiving bewerken

Horizontale afschuiving:

 .

Samendrukking bewerken

Horizontaal uitrekken en verticaal samendrukken, met factor  :

 .

Projectie bewerken

Projectie op de  -as:

 

Algemene lineaire groep bewerken

De lineaire afbeeldingen van een vectorruimte   vormen een groep, de algemene lineaire groep van  . Die groep wordt gewoonlijk genoteerd als  .

Bewerkingen met lineaire transformaties bewerken

Som van twee lineaire transformaties bewerken

Als   en   lineaire transformaties zijn van een vectorruimte  , is hun som  , die gedefinieerd is door

 ,

ook een lineaire transformatie van  .

Eindigdimensionale geval:

Ten opzichte van een basis van   is de matrix   van   gelijk aan de som   van de matrices   en   van   en  :

 .

Product van een lineaire transformatie met een reëel getal bewerken

Als   een lineaire transformatie is van een vectorruimte   en   een reëel getal, dan is het scalaire product  , dat gedefinieerd is door

 ,

ook een lineaire transformatie van  .

Eindigdimensionale geval:

Ten opzichte van een basis van   is de matrix   van   gelijk aan het scalaire product   van   en de matrix   van  :

 .

Samenstelling van lineaire transformaties bewerken

Als   en   lineaire transformaties zijn van een vectorruimte  , dan hun samenstelling  , die gedefinieerd is door

 ,

ook een lineaire transformatie van  .

Eindigdimensionale geval:

Ten opzichte van een basis van   is de matrix   van   gelijk aan het matrixproduct   van de matrices   en   van   en  :

 .

Eigenwaarden en eigenvectoren van een lineaire transformatie bewerken

  Zie Eigenwaarde (wiskunde) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Onder de bijectieve transformaties van een lineaire ruimte   zijn er die een deelruimte   op zichzelf afbeelden. Als   eendimensionaal is, heet iedere vector   een eigenvector van de transformatie. De eigenvector   wordt afgebeeld op een veelvoud   van  . De factor   heet eigenwaarde van de transformatie.

Eigenschappen bewerken

  • De eigenvectoren van een lineaire transformatie   die behoren bij dezelfde eigenwaarde, vormen samen met de nulvector een deelruimte van de vectorruimte  . Die ruimte heet de eigenruimte behorend bij de eigenwaarde.
  • Als een lineaire transformatie bijectief is, is de inverse ook een lineaire transformatie.

Eindigdimensionale geval:

  • Als een lineaire transformatie van een  -dimensionale ruimte,   verschillende eigenwaarden heeft, vormen de eigenvectoren corresponderend met die eigenwaarden een basis van  .
  • Als er in een vectorruimte een basis bestaat met alleen eigenvectoren van een lineaire transformatie, dan is de matrix van die lineaire transformatie, ten opzichte van die basis, een diagonaalmatrix.