Een kreits (Duits: Reichskreis) was een regionale groep staten binnen het Heilige Roomse Rijk. De kreitsen werden opgericht aan het begin van de 16e eeuw tijdens de Rijkshervorming. Ze bleven bestaan tot het einde van het Rijk in 1806. Het bestuur van een kreits werd uitgevoerd door de kreitsdag (Kreistag).

Kaart van het Heilige Roomse Rijk met de kreitsen in de tweede helft van de 16e eeuw.
Keizer Maximiliaan I tekent de kreitsen op een landkaart. Tekening uit 1711.

De kreitsen waren onder andere verantwoordelijk voor de handhaving van de vrede en de uitvoering van de uitspraken van de Rijkshofraad en het Rijkskamergerecht.

De kreitsen bewerken

De in 1500 opgerichte kreitsen:

In 1512 werd deze eerste groep uitgebreid met vier nieuwe kreitsen:

Landen buiten de kreitsen bewerken

Een aantal landen bleef buiten de kreitsen van het Heilige Roomse Rijk. Dit waren:


gebied opgegaan in opmerking
koninkrijk Bohemen
markgraafschap Moravië Boheems kroonland
heerlijkheid Asch 1806 aan Bohemen oorspronkelijk deel rijksland Eger
rijkssticht Burtscheid 1795 aan Frankrijk
proosdij Cappenberg 1802 geseculariseerd door Pruisen
heerlijkheid Dreis 1795 aan Frankrijk eigendom van abdij Echternach
heerlijkheid Dyck 1795 aan Frankrijk eigendom van Salm-Reifferscheid
vrouwensticht Elten 1802 geseculariseerd door Pruisen
heerlijkheid Freudenburg 1795 aan Frankrijk
heerlijkheid Hoerstgen met ridderzetel Frohnenbruch 1795 aan Frankrijk
land Hadeln behoort bij Saksen-Lauenburg
heerlijkheid Homburg 1806 aan groothertogdom Berg eigendom van Sayn-Wittgenstein
heerlijkheid Jever 1818 aan groothertogdom Oldenburg eigendom van Rusland
markgraafschap Opper-Lausitz Boheems kroonland
markgraafschap Neder-Lausitz Boheems kroonland
heerlijkheid Kniphausen 1808 aan koninkrijk Holland eigendom van Aldenburg-Bentinck
rijksheerlijkheid Landskron 1795 aan Frankrijk eigendom van graaf van Nesselrode
heerlijkheid Lebach 1795 aan Frankrijk eigendom van vier heren
rijksheerlijkheid Mechernich 1795 aan Frankrijk eigendom van twee heren
graafschap Montbéliard (Mömpelgard) 1796 aan Frankrijk eigendom van hertog van Württemberg
heerlijkheid Nalbach 1795 aan Frankrijk
heerlijkheid Oberstein 1795 aan Frankrijk eigendom van Keur-Trier en Limburg-Styrum
heerlijkheid Pyrmont 1795 aan Frankrijk niet te verwarren met Pyrmont van Waldeck
heerlijkheid Rhade 1795 aan Frankrijk eigendom van graaf van Nesselrode
heerlijkheid Rheda 1806 aan groothertogdom Berg eigendom van graaf van Bentheim
heerlijkheid Richold 1795 aan Frankrijk ligt in Limburg (NL)
heerlijkheid Saffenberg 1795 aan Frankrijk eigendom van hertog van Arenberg
hertogdom Silezië verdeeld onder Pruisen en Oostenrijk Boheems kroonland
graafschap Glatz 1742 aan Pruisen oorspronkelijk leen van Bohemen
rijksheerlijkheid Schauen 1808 aan koninkrijk Westfalen
heerlijkheid Schaumburg 1806 aan Nassau niet te verwarren met graafschap Schaumburg
heerlijkheid Schönau 1759/64 erkenning gezag hertog van Gulik geen inwoners
abdij Schönthal 1802 geseculariseerd door Württemberg
heerlijkheid Schüpfergrund 1803 aan Leiningen eigendom van o.a. de graaf van Hatzfeld
heerlijkheid Schwarzenholz 1795 aan Frankrijk eigendom van vrouwenklooster Frauenlautern
heerlijkheid Stein 1806 aan Nassau-Usingen
heerlijkheid Wasserburg 1805 aan Beieren eigendom van Oostenrijk
heerlijkheid Wildenburg 1806 aan groothertogdom Berg eigendom van graaf van Hatzfeld
kerspel Winden 1803 aan Nassau-Weilburg bezit van klooster Arnstein
heerlijkheid Wijlre 1795 aan Frankrijk ligt in Limburg (NL)
graafschap Fagnolle 1795 aan Frankrijk eigendom van de prins de Ligne
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Hernach volgend die zehen Krayß op Wikisource.