De kop-romplengte, kroon-romplengte of kop-stuitlengte is een term om de afmetingen van een bepaalde diersoort aan te geven (voornamelijk bij zoogdieren, maar ook bij hagedissen, krokodilachtigen en salamanders). De kop-romplengte is de afstand van de top van de snuit tot het begin van de staart (bij grotere dieren) of tot de anus (bij kleinere dieren).

De kop-romplengte verschilt van de lichaamslengte of totale lengte doordat de lengte van de staart bij de kop-romplengte niet wordt meegenomen, en bij de lichaamslengte wel. Vaak wordt bij de kop-romplengte ook de staartlengte apart vermeld.

Bij een zwangerschap wordt de kroon-romplengte van de foetus gemeten voor het bepalen van de leeftijd van de foetus.

De kop-romplengte wordt bij kleinere dieren opgemeten door het dier met de buik naar boven op een schuifmaat te leggen. Bij grotere dieren wordt een meetlint gebruikt. De rondingen van het lichaam worden hierbij meegenomen.

Maximale kop-romplengte van enkele mannetjesdieren (centimeter)
Savanneolifant 730
Giraffe 480
Witte neushoorn 400
Bengaalse tijger 310
IJsbeer 250
Edelhert 210[1]
Luipaard 190
Westelijke gorilla 170
Rode reuzenkangoeroe 140
Vos 41[2]
Wezel 31,4
Dwergmuis 8
Wimperspitsmuis 5,2

Zie ook bewerken