Kleine plevier
De kleine plevier (Charadrius dubius) is een vogel uit de familie van plevieren (Charadriidae).
| Kleine plevier IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
.jpg)
| |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Charadrius dubius Scopoli, 1786 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Verspreidingsgebied van de kleine plevier ■ broedgebied (lichtgroen)
■ permanent leefgebied (donkergroen)
■ migratie (lichtblauw)
■ niet-broedgebied (donkerblauw)
| |||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||
Kleine plevier op  Wikispecies
| |||||||||||||
| (en) World Register of Marine Species | |||||||||||||
| |||||||||||||
Kenmerken bewerken
De kleine plevier wordt ongeveer 14 tot 15 cm lang.[2] De kleine plevier heeft zwart-wit masker met een geel oogringetje. Hij is lichtbruin van boven, wit van onderen. De snavel is zwart en de poten vleeskleurig.
Leefwijze bewerken
Het voedsel bestaat uit wormpjes, slakjes, spinnen, insecten en zaden.
-
Foeragerende kleine plevier
-
Een baltsende en een broedende kleine plevier
Voortplanting bewerken
Het legsel bestaat uit drie tot vijf zandkleurige, gevlekte eieren.
Verspreiding bewerken
's Zomers zijn kleine plevieren in vrijwel heel Europa te vinden, met uitzondering van het uiterste noorden.
De soort telt drie ondersoorten:[3]
- C. d. curonicus: noordelijk Afrika, Europa, Azië (behalve het zuidelijk-centrale en zuidoostelijke deel).
- C. d. jerdoni: van India tot zuidelijk China en Indochina.
- C. d. dubius: van de Filipijnen tot Nieuw-Guinea en de Bismarck-archipel.
Status bewerken
De grootte van de populatie is in 2006 geschat op 280-530 duizend individuen. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.[1]
Afbeeldingen bewerken
.jpg)
.jpg)
.jpg)
Externe links bewerken
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- Kaarten met waarnemingen:
- Sake P. Roodbergen (red.) Kieviten & plevieren; Ljippen & Wilsters (Uitgeverij Wijdemeer, Leeuwarden 2013) (Rinke Tolman/Rintsje Bouma, blz 249 - 265)
Bronnen, noten en/of referenties
|