De Karl Marx-orde (Duits: Karl-Marx-Orden) was van 30 april 1953 tot het opheffen van die staat in 1989, de hoogste onderscheiding van de Duitse Democratische Republiek. In 1953 werd de 70e sterfdag van Karl Marx, een grondlegger van de filosofie van het socialisme en communisme waarop de regering van de DDR zich oriënteerde, herdacht. Het is een zogenaamde socialistische orde met een enkele graad. De dragers zijn geen ridders.

Men verleende de orde aan personen en aan organisaties of kranten voor bijzondere verdiensten voor kunst, cultuur, wetenschap, economie en "bijdragen aan een immerdurend onafhankelijk en vredelievend Duitsland"[1].

Het kleinood is een kleine gouden ster met vijf rood geëmailleerde punten. In het midden is Marx in reliëf afgebeeld op een gouden medaillon. De ster is op een gouden krans van eikenbladeren gelegd.

Het lint is naar Russisch voorbeeld vijfhoekig geplooid en rood. Op de rode baton werd een gouden eikenblad bevestigd.

Men verleende de orde aan Duitsers en vreemdelingen op voordracht van de voorzitter van de Staatsraad.

Aan de orde was de titel "Held van de Duitse Democratische Republiek" en een geldsom van 20.000 mark verbonden. Anders dan de versierselen van de andere eretekens van de DDR volgde deze orde de neergang van de Oost-Duitse economie niet. Tot 1990 bleven de versierselen van geëmailleerd goud.

Onderscheiden personen bewerken

 
Heinz Hoffmann in 1982 met drie batons van de Karl Marx-Orde