Houtsoort

onderscheid van boomsoort of behandeling van hout

Een houtsoort is wat als zodanig onderscheiden wordt van andere houtsoorten, en apart verhandeld of behandeld wordt. Dit is een kwestie van (expliciete of impliciete) afspraak; zulke afspraken verschillen, afhankelijk van wie die houtsoort in zijn handen heeft. Wat voor de een vier verschillende houtsoorten zijn, is er voor de ander slechts een.

Geoogst naaldhout voor de papierindustrie

Er bestaan voorbeelden van elke denkbare relatie tussen "een houtsoort" en "een boomsoort". Het kan zijn dat één boomsoort één houtsoort levert, maar bijvoorbeeld ook dat meerdere boomsoorten van één geslacht één houtsoort leveren, of meerdere geslachten één houtsoort, of dat plaatselijke vertegenwoordigers van meerdere geslachten één houtsoort leveren (terwijl vertegenwoordigers van dezelfde geslachten ook andere houtsoorten leveren), of dat plaatselijke vertegenwoordigers van één boomsoort (van verschillende plaatsen) meerdere houtsoorten leveren. In sommige gevallen (met name bij wortelhout) is het mogelijk dat verschillende delen van een en dezelfde boom als verschillende houtsoorten ver- en behandeld worden.

Voor de bekendste houtsoorten bestaan genormeerde afspraken over wat er met een bepaalde naam bedoeld wordt.

Hoofdgroepen bewerken

Meestal wordt hout in twee hoofdgroepen onderscheiden:

Loofhout
Loofhout is afkomstig van loofbomen (behorend tot de bedektzadigen of angiospermen). In het Engels heet dit "hardwood", wat niets zegt over de hardheid van het hout; er zijn ook loofbomen die zacht hout leveren zoals linde, populier en wilg. In het nederlands wordt "hardhout" veelal gebruikt in de samenstelling "tropisch hardhout", voor wat zwaardere houtsoorten uit de tropen, zoals bijvoorbeeld azobé, afkomstig uit tropische bossen in Afrika.
Naaldhout
Naaldhout is afkomstig van naaldbomen (behorend tot de naaktzadigen of gymnospermen). Naalden zijn een vorm van bladeren. Naaldbomen kunnen ook schubvormige bladeren hebben of brede 'naalden'. Naaldbomen zijn vaak het hele jaar door groen en groeien voornamelijk in de gematigde streken en in de bergen op grotere hoogtes. In het Engels heet naaldhout "softwood" en soms wordt in het nederlands ook wel "zachthout" gebruikt. Vaak is naaldhout lichter en zachter dan loofhout, al is het zachtste loofhout zachter dan het zachtste naaldhout. Net als bij loofhout is de boomsoort en het groeiklimaat bepalend voor de hardheid van het hout. De in Nederland meest gebruikte soorten naaldhout zijn vuren (afkomstig van Picea abies; fijnspar) en grenen (afkomstig van Pinus sylvestris; grove den). Lariks (afkomstig van Larix-soorten; lork) is evenals grenen een duurzame naaldhoutsoort. Het witte dennen van de naaldboom Abies komt in Nederland weinig voor.

Daarnaast leveren ook sommige eenzaadlobbigen houtige producten, zoals de stam van de kokospalm en de stengels van diverse bamboes. Of dit ook houtsoorten genoemd mogen worden, daarover willen de meningen wel verschillen.

Naamgeving bewerken

Voor wie niet ingevoerd is kan de naamgeving van houtsoorten aanleiding geven tot verwarring. Een deel van de verwarring komt omdat verschillende landen verschillende gebruiken hebben om houtsoorten te benoemen. Zo kent het Engels vele namen met het woordelement "pine" (pijnboomhout) en ook de nodige met "oak" (eiken), voor allerlei houtsoorten die botanisch niets met elkaar te maken hebben.

Ook is het zo dat bepaalde begrippen een grote naam hebben en breed gebruikt worden. Zo is het mogelijk om over eiken te spreken, in brede zin (het hout van loofverliezende Quercus- soorten), maar meer gebruikelijk duidt eiken op "Europees eiken" (het hout van Quercus robur en Quercus petraea); ook kan men het hebben over "inlands eiken" of "Slavonisch eiken" (met dezelfde botanische herkomst als Europees eiken, maar vanuit een bepaald herkomst-gebied, met te onderscheiden kenmerken).

Ook de gebruikte bijvoeglijk naamwoorden kunnen aanleiding geven tot verwarring. Zo geeft "Frans eiken" een herkomstgebied aan (uit Frankrijk), maar is "Frans grenen" gekoppeld aan botanische herkomst (van Pinus pinaster).

Voor de bekendste houtsoorten bestaan genormeerde afspraken over wat er met een bepaalde naam bedoeld wordt. Afzonderlijke landen kunnen hun eigen genormeerde afspraken hebben, en daarnaast bestaan internationale normen.

Hout herkennen bewerken

Het onderscheid tussen verschillende houtsoorten is niet heel eenvoudig. Als het gaat om een beperkt aantal houtsoorten uit een klein herkomstgebied zijn de belangrijkste soorten redelijk te onderscheiden voor iedereen die daarin getraind is: bijvoorbeeld de van nature in Nederland of België voorkomende bosbomen. Maar in uitgestrekte landen als Brazilië en Indonesië, met grote bosoppervlakten, ligt de zaak anders.

Door de grote diversiteit van tropische wouden en het naast elkaar voor kunnen komen van tientallen soorten uit dezelfde plantengeslachten is het in de praktijk vaak niet mogelijk om een onderscheid te maken op soortniveau. Denk bijvoorbeeld aan meranti, een groep handelshout waarbinnen onder andere rode, witte en gele meranti kunnen worden onderscheiden. Elk daarvan (bijvoorbeeld rode meranti) omvat nog steeds enkele tientallen soorten. Vergelijk ook handelsbenamingen als gerutu, balau en lauan.

 
Dwarsdoorsnede steeneik.

Anatomie bewerken

Met behulp van houtanatomie is het in veel gevallen mogelijk om deze soortengroepen, of soms zelfs wel de soort, vast te stellen. Men kan op diverse niveaus naar de anatomie van hout kijken: met de loep, met de microscoop, of met een elektronenmicroscoop. De structuur van het hout kan betrouwbare gegevens opleveren voor de identificatie.

Sommige aspecten van de microstructuur zijn per soort betrekkelijk tot zeer constant, vergeleken met de macrostructuur; hout van dezelfde soort kan, afhankelijk van de groeiplaats en de weeromstandigheden zeer verschillend lijken terwijl de microstructuur weinig varieert. De microstructuur kan soms ook direct waarneembaar zijn, zonder hulpmiddelen. Hoe kleiner de houtvaten zijn, des te 'fijner is de nerf'.

Kleur bewerken

De kleur van hout hangt veelal samen met kleurstoffen in bepaalde cellen. Overigens zijn die kleurstoffen er niet voor het mooi; ze zijn meestal enigszins tot uiterst giftig en dienen om vraat door 'beestjes' binnen de perken te houden. De volumieke massa (bij hout wordt het gewicht niet uitgedrukt in een soortelijk gewicht maar in volumieke massa) hangt samen met de dikte van de celwanden, hoe dikker deze zijn, hoe zwaarder het hout is.

Een donkere kleur kan samengaan met een hoge volumieke massa, bijvoorbeeld bij pokhout (Guaiacum sanctum, etc), ebben (Diospyros-soorten), basralocus (Dicorynia guianensis), angelim vermelho (Dinizia excelsa), grenadille (Dalbergia melanoxylon) en vele Acacia- en Eucalyptus- soorten. Maar ook licht gekleurde houtsoorten kunnen zwaar en hard zijn, zoals palmhout (Buxus sempervirens), de vele Diospyros-soorten die geen zwart kernhout vormen, en satijnhout (Chloroxylon swietenia). De donkere soorten bezitten meer of andere kleurstoffen dan de lichtgekleurde soorten.

In de praktijk worden zeer veel fouten met de determinatie gemaakt, al dan niet expres. Vanwege de soms grote commerciële belangen kan het voordelig zijn om hout een onjuiste naam te geven.

Kundigheid bewerken

De kort na 1930 opgerichte International Association of Wood Anatomists (IAWA) -een vereniging van mensen die doen aan houtanatomie (in de brede zin des woords)- bevordert de kennis van hout op microniveau. Deze wetenschappelijke vereniging geeft viermaal per jaar haar IAWA Journal uit waarin thema's uit de houtanatomie worden besproken. Onder auspiciën van deze vereniging is ook een database, Inside Wood, opgezet waarmee men aan de hand van micro-kenmerken hout kan proberen te determineren. Hierbij is wel veel voorkennis vereist.

Op amateur-niveau bestaat de Nederlandse vereniging van Houtsoortenverzamelaars (NEHOSOC, opgericht 1947): deze bevordert het verzamelen van houtmonsters; ook verzorgt ze studiedagen met lezingen over en oefening in houtanatomie. Het verenigingsblad heet De houtverzamelaar. In Vlaanderen bestaat de Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs (HCTO, opgericht in 1958),: dit is een meer op de houtvakman gerichte vereniging waar men aan houtherkennen doet en vele Technische mededelingen heeft uitgegeven. In de USA bestaat de International Wood Collectors Society (IWCS, opgericht in 1947, enkele maanden na de Nederlandse vereniging): de IWCS geeft het tijdschrift World of Wood uit.

Voorbeelden van loofhout bewerken

Houtsoort Boom Wetenschappelijke naam Volumieke massa kg/m3[bron?]
acacia Acacia spp. 730-900
afzelia Afzelia spp. 730-900
Amerikaans hard esdoorn Suikeresdoorn Acer saccharum 530-720
appelhout Appelboom Malus sylvestris 540-810
azobé Lophira alata 940-1100
azijnhout Steeneik Quercus ilex 800-1100
Balsa Balsaboom Ochroma pyramidale 40-300
beuken Beuk Fagus sylvatica 700
berken Berk Betula spp. 650
bilinga Bilinga Nauclea trillesii 750-850
ebben Diospyros spp. 1200
eiken Eik Quercus spp. 700
esdoorn Europese esdoorn Acer spp. 610
essen Es Fraxinus excelsior 530-830
kastanje Tamme kastanje Castanea sativa 550
kersen Amerikaanse vogelkers Prunus serotina 500-600
kersen Zoete kers Prunus avium 600
linden Linde Tillia spp. 540
mahonie Swietenia spp. 550-750
massaranduba Manilkara spp. ?
meranti Shorea spp. 640-860
merbau Intsia spp. 800-900
Iroko Milicia regia spp. 650-870
noten Walnoot Juglans spp. 610-770
paardenkastanjehout Paardenkastanje Aesculus hippocastanum 540
palmhout Buxus Buxus sempervirens 940-1050
perenhout Gewone peer Pyrus communis 700
pokhout Guaiacum spp. 1200-1500
populieren Populier Populus spp 450
Padoek Padouk Pterocarpus soyauxii Taubert ?
robinia Robinia Robinia pseudoacacia 540-860
Sapupira sapupira Angelim da Mara 680-1000
teak Teakboom Tectona grandis 630-680
wilgen Wilg Salix spp. 450
wengé Millettia laurentii 750-1000

Voorbeelden van naaldhout bewerken

Houtsoort Boom Wetenschappelijke naam volumetrische massa (kg/m3[bron?])
grenen Grove den Pinus silvestris 510
lariks of lorken Europese lork Larix decidua en spp. 530-580
douglas Douglasspar Pseudotsuga menziesii 530
vuren Fijnspar Picea 450
hemlock Hemlockspar Tsuga spp. 450
parana pine Araucaria angustifolia 480-640
pin des landes Zeeden Pinus pinaster
pitch pine Den Pinus spp. 630
southern yellow pine Den Pinus spp. diverse soorten

Afbeeldingen van hout bewerken

 
Afrikaans padoek
 
Berken
 
Beuken
 
Bilinga
 
Ceder
 
Elsbes
 
Esdoorn
 
Essen
 
Grenen
 
Indisch Palissander
 
Kersen
 
Mansonia
 
Moeraseik
 
Noten
 
Oregon pine
 
Pijnboom (Pinus canariensis)
 
Populier
 
Ramin
 
Rio-Palissander
 
Santos Palissander
 
Teak
 
Vuren
 
(Hout van de Weymouthden)
 
"Wortelnoten"
 
"Wortelesdoorn"
 
Mappa ("wortelpopulieren")
 
Zebrano
 
Balsahout
 
Houtsoorten gebruikt in de windmolenbouw

Zie ook bewerken

Externe links bewerken

Zie de categorie Wood by type van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.