Heinrich Böll

Duits schrijver

Heinrich Theodor Böll (Keulen, 21 december 1917Langenbroich, 16 juli 1985) was een van Duitslands belangrijkste schrijvers van na de Tweede Wereldoorlog.

Nobelprijswinnaar  Heinrich Böll
21 december 191716 juli 1985
Heinrich Böll in Bonn
Geboorteland Vlag van Duitsland Duitsland
Geboorteplaats Keulen
Nationaliteit Vlag van Duitsland Duitsland
Overlijdensplaats Langenbroich
Nobelprijs Literatuur
Jaar 1972
Reden "Voor zijn schrijven dat door zijn combinatie van een breed perspectief op zijn tijd en een fijnzinnige vaardigheid in karakterisering heeft bijgedragen aan de vernieuwing van de Duitse literatuur."
Voorganger(s) Pablo Neruda
Opvolger(s) Patrick White
Heinrich Böll (monument in Berlijn, Duitsland)

Biografie bewerken

Böll werd geboren als zoon van een meubelmaker van hoofdzakelijk kerkmeubilair en groeide op in een liberale, katholieke en pacifistische familie. Hij weerstond succesvol de verleiding om zich aan te sluiten bij de Hitlerjugend tijdens de dertiger jaren. De nazi's waren aan de macht en Böll werd meermaals opgeschrikt door de radicale manier waarop artiesten en schrijvers werden vervolgd en monddood gemaakt. De stuitende tonelen van inquisitionele boekverbrandingen zouden hem zijn leven lang bijblijven en zijn streven naar vrije meningsuiting steeds weer voeden.

Hij werkte eerst in een boekhandel en studeerde toen Duits aan de universiteit van Keulen. Hij diende in de Wehrmacht en streed in Nederland,[1] Frankrijk, Roemenië, Hongarije en de Sovjet-Unie. Böll raakte viermaal gewond en werd uiteindelijk gevangengenomen door Amerikaanse soldaten in april 1945. Hij werd naar een gevangenenkamp gestuurd. Böll moest nog regelmatig voor zijn verwondingen in het ziekenhuis worden opgenomen; hij had onder andere al zijn tenen verloren door de kou.

Na de oorlog keerde hij terug naar Keulen, ging er germanistiek studeren — intussen kwam hij aan de kost als timmerman — en werd ambtenaar. En hij begon te schrijven. Vanaf 1951 kon Böll echt van zijn pen leven, als auteur en als vertaler. Hij zou in zijn geboortestad blijven wonen, een relatief kort verblijf in Ierland niet te na gesproken (Irisches Tagebuch - 1957).

Zijn eerste roman, Der Zug war pünktlich, werd in 1949 gepubliceerd. Het is het sterk visionaire verhaal van de jonge militair, die met de dagelijkse treinlading kanonnenvlees vanuit het Ruhrgebied naar het oostfront vertrekt, in de klamme zekerheid dat hij een wisse dood tegemoet treint. Vele romans, korte verhalen, hoorspelen en essays volgden. In 1972 ontving Böll de Nobelprijs voor Literatuur, waarmee hij de eerste Duitser sinds Nelly Sachs (in 1966) werd die deze prijs in ontvangst mocht nemen. Zijn werk is in meer dan 30 talen vertaald en hij is een van Duitslands meest gelezen schrijvers.

Zijn meest bekende werken zijn onmiskenbaar het uitzichtloze Billard um halb zehn (1959), vervolgens ook Ansichten eines Clowns uit 1963 waarin hij, via een rebelse hoofdfiguur, grondig afrekent met allerlei vormen van burgerlijke pose met conservatieve waarden als gezin, staat en kerk. Bölls verhouding met de katholieke kerk is altijd erg problematisch geweest. Hoewel hij wel gelovig was, verwierp hij de onfeilbaarheid van de paus. Bovendien stond hij erg wantrouwig tegenover de officiële kerk en haar autoriteiten, die hij verweet geen weerstand te hebben geboden tegen het (nazi)regime, wel integendeel, en dus mee verantwoordelijk achtte voor de menselijke problemen in een miserabele Duitse maatschappij en ten slotte Gruppenbild mit Dame (1971), waarin hij allerlei ambitieuze typetjes, notabele burgermannetjes en arrivisten met de billen bloot zet.

Direct na de oorlog begon Böll met het verwerken van de herinneringen aan die tijd. Hij schreef over het effect – materieel en psychologisch – dat de oorlog had gehad op het leven van de gewone mensen. Zij waren in zijn werk de helden van het verhaal. De slechteriken waren autoritaire figuren; zoals de overheid, het bedrijfsleven en de Kerk. Hij maakte ze belachelijk, soms op humoristische toon, soms op zeer zwartgallige wijze. Zijn onderwerpen waren vooral het gebrek aan moed, de egocentrische mentaliteit en het machtsmisbruik van deze autoriteiten. Zijn toegankelijke stijl maakte hem favoriet voor de Duitse lesboeken. Zijn werk wordt "Trümmerliteratur" genoemd.

Böll werd erg beïnvloed door de nazi-intocht in zijn stad: Keulen, waaruit de nazi's hem ook nog verbannen. Ook was hij erg geschokt door de vernietiging van de stad door geallieerde bombardementen. In zijn leven maakte en onderhield hij talloze relaties met de burgers van Keulen, rijk of arm. Toen hij weer eens in een ziekenhuis lag, klaagden de zusters over de "laaggeklasseerden" die hun vriend Heinrich Böll kwamen bezoeken.

Hij was van 1971 tot 1974[2] president van de International P.E.N. Böll reisde veel als vertegenwoordiger van een nieuw niet-nazi-Duitsland. Zijn verschijning en houding waren een enorm contrast met het bazige en agressieve type Duitser tijdens het Derde Rijk. Böll was vooral succesvol in Oost-Europa, door de vermeende donkere kant van het kapitalisme in zijn boeken. Alleen al in de Sovjet-Unie werden miljoenen van zijn boeken verkocht.[3] In 1967 ontving hij de Georg-Büchner-Preis. Samen met Günther Grass en Siegfried Lenz wordt Böll in Duitsland gerekend tot de naoorlogse Grote Drie. Zijn romans behoren tot de wereldliteratuur.

Böll overleed in 1985 op 67-jarige leeftijd in zijn woning te Langenbroich. Na zijn dood werd het huis in 1991 in gebruik genomen als het Heinrich-Böll-Haus, een centrum voor tijdelijk onderdak (4-6 maanden) en voor ondersteuning van schrijvers, dichters en aanverwante kunstenaars.

De herinnering aan Böll leeft nog steeds, onder andere in de Heinrich-Böll-stichting en het speciale Heinrich-Böll-archief in de bibliotheek van Keulen. Een groot gedeelte van de literaire nalatenschap is echter beschadigd geraakt, toen dat gebouw in maart 2009 instortte. Sinds 1985 heet de Literatuurprijs van de Stad Keulen de Heinrich-Böll-Prijs.

Bibliografie bewerken

  • 1949: Der Zug war pünktlich (In het Nederlands vertaald als De trein had geen vertraging)
  • 1950: Wanderer, kommst du nach Spa (In het Nederlands vertaald als De man met de messen)
  • 1951: Die schwarzen Schafe
  • 1951: Nicht nur zur Weihnachtszeit
  • 1951: Wo warst du, Adam? (Ned. vert. Adam, waar ben je, 1958; Geen alibi voor god, 1961)
  • 1952: Die Waage der Baleks
  • 1953: Und sagte kein einziges Wort (In het Nederlands vertaald als Eng is de poort)
  • 1954: Haus ohne Hüter (In het Nederlands vertaald als Huizen zonder vaders)
  • 1955: Das Brot der frühen Jahre (In het Nederlands vertaald als Het brood van mijn jeugd)
  • 1957: Irisches Tagebuch (In het Nederlands vertaald als Wie gaat er mee naar Ierland varen?, 1958; Iers dagboek, 196?)
  • 1957: Die Spurlosen
  • 1958: Erzählungen (In het Nederlands vertaald als Verhalen)
  • 1958: Doktor Murkes gesammeltes Schweigen
  • 1959: Billard um halb zehn (In het Nederlands vertaald als Biljarten om half tien)
  • 1962: Ein Schluck Erde (In het Nederlands vertaald als Een slok aarde)
  • 1962: Als der Krieg ausbrach. Als der Krieg zu Ende war ((In het Nederlands vertaald als Toen de vrede uitbrak, en andere verhalen)
  • 1963: Ansichten eines Clowns (In het Nederlands vertaald als Meningen van een clown)
  • 1963: Anekdote zur Senkung der Arbeitsmoral'
  • 1964: Entfernung von der Truppe (In het Nederlands vertaald als Weg van de troep en andere verhalen)
  • 1966: Ende einer Dienstfahrt (In het Nederlands vertaald als Einde van een dienstreis)
  • 1971: Gruppenbild mit Dame (In het Nederlands vertaald als 'Groepsfoto met dame')
  • 1974: Die verlorene Ehre der Katharina Blum (In het Nederlands vertaald als De verloren eer van Katharina Blum)
  • 1975: Drei Tage im März (In het Nederlands vertaald als Drie dagen in maart)
  • 1975: Gedichte (In het Nederlands vertaald als Gedichten)
  • 1977: Einmischung erwünscht (In het Nederlands vertaald als Inmenging gewenst)
  • 1979: Du fährst zu oft nach Heidelberg und andere Erzählungen (In het Nederlands vertaald als Je gaat te vaak naar Heidelberg en andere verhalen)
  • 1979: Fürsorgliche Belagerung (In het Nederlands vertaald als Liefdevolle belegering)
  • 1981: Was soll aus dem Jungen bloß werden? (In het Nederlands vertaald als Wat moet er van die jongen terechtkomen? Een autobiografische schets)
  • 1981: Warum haben wir auf einander geschossen? (met Lev Zinovʹevič Kopelev) (In het Nederlands vertaald als Waarom hebben we op elkaar geschoten?)
  • 1982: Vermintes Gelände, essayistische Schriften 1977-1981 (In het Nederlands vertaald als Mijnenveld, essays 1977-1981)
  • 1982: Das Vermächtnis (In het Nederlands vertaald als De nalatenschap)
  • 1983: Die Verwundung und andere frühe Erzählungen (In het Nederlands vertaald als De verwonding)
  • 1984: Ein- und Zusprüche, Schriften, Reden und Prosa 1981-1983 (In het Nederlands vertaald als De moed tot verzet)

Verschenen na overlijden bewerken

  • 1985: Frauen vor Flusslandschaft, Roman in Dialogen und Selbstgesprächen (In het Nederlands vertaald als Vrouwen voor rivierlandschap, roman in dialogen en zelfgesprekken)
  • 1986: The Stories of Heinrich Böll (Amerikaanse uitgave)
  • 1992: Der Engel schwieg (In het Nederlands vertaald als De engel zweeg)
  • 1995: Der blasse Hund (ongepubliceerde verhalen uit 1937 en 1946–1952)
  • 2001: Briefe aus dem Krieg 1939-1945 (In het Nederlands vertaald als Brieven uit de oorlog 1939-1945)
  • 2002: Kreuz ohne Liebe (geschreven in 1946–1947)

Vertalingen bewerken

  • 1988: Verzamelde verhalen 1947-1955 (heruitgaven van vertalingen en niet eerder vertaalde verhalen)
  • 1988: Verzamelde verhalen 1956-1983 (heruitgaven van vertalingen en niet eerder vertaalde verhalen)
  • 2011: The Collected Stories (heruitgaven van vertalingen)

Zie ook bewerken

Externe links bewerken

Referenties bewerken

  1. Heinrich Böll, 'Brieven uit de oorlog, 1939-1945' (Amsterdam, 2007)
  2. (en) P. E. N. International, PEN Presidents and Vice Presidents. PEN International (18 april 2018). Gearchiveerd op 26 april 2019. Geraadpleegd op 13 augustus 2021.
  3. Peter Bruhn/Henry Glade Heinrich Böll in der Sowjetunion 1952-1979 Berlin 1980 ISBN 3-503-01617-1